Amerikaan/amerikaan


Amerikaan 1.0

iemand met de Amerikaanse nationaliteit; iemand die behoort tot het Amerikaanse volk; iemand die afkomstig is uit de Verenigde Staten van Amerika; inwoner van de Verenigde Staten van Amerika
In het meervoud ook in toepassing op het volk.

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een Amerikaan…

is een persoon

  • [Ras] is blank, zwart of behoort tot het inheemse indiaanse ras of tot een van de talloze andere rassen die in de Verenigde Staten door immigratie zijn vertegenwoordigd
  • [Plaats] woont doorgaans in de Verenigde Staten van Amerika
  • [Plaats van herkomst] is afkomstig uit de Verenigde Staten van Amerika; is geboren in de Verenigde Staten van Amerika
  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] heeft de Amerikaanse nationaliteit

Combinatiemogelijkheden


met adjectief ervoor


  • een blanke Amerikaan
  • een zwarte Amerikaan

Voor buitenstaanders lijkt die 'terug-naar-Afrika'-gedachte weleens gekunsteld, maar zwarte Amerikanen hebben een gezamenlijk verleden nodig waar ze met trots op kunnen terugkijken.

NRC,

Ook de etnische achtergrond van de ondervraagden – veertig zwarte en veertig blanke Amerikanen – bleek verschil te maken.

Waarom het leven sneller gaat als je ouder wordt, Douwe Draaisma,

  • een rijke Amerikaan

Uit het onderzoek [...] blijkt dat de meeste jongeren kandidaten geld geven omdat hun ouders daartoe beslissen. Op die manier kan een gezin het maximale halen uit de kieswet, die bepaalt dat een individu hooguit 1.000 dollar (31.000 frank) in de campagnekas van een kandidaat mag storten. De limiet is bedoeld om te voorkomen dat rijke Amerikanen de verkiezingen kunnen "kopen".

De Standaard,

  • een dikke Amerikaan

Volgens het Center for Disease Control is het percentage dikke Amerikanen van 1980 tot 1991 gestegen van een kwart naar een derde van de bevolking, ondanks het jaren-tachtig-imago van slanke, joggende yuppies en fitnessclubs.

NRC,

Woordfamilie


Als deel van een afleiding


Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen


amerikaan 2.0

grote auto van Amerikaanse makelij; Amerikaanse slee van een auto

Betekenisbetrekking


metonymie
Betrokken betekenissen 1.0 : 2.0

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een amerikaan…

is een auto; is een voertuig; is een vervoermiddel

  • [Omvang concreet] is zeer groot en ruim
  • [Plaats van herkomst] is in de Verenigde Staten geproduceerd
  • [Waardering] is bij sommige autoliefhebbers geliefd maar staat bekend om zijn hoge brandstofverbruik

    Algemene voorbeelden


    De techniek van die auto's lijkt zo robuust en eenvoudig dat mijn Oma er nog aan zou kunnen sleutelen. En natuurlijk zijn Amerikanen lomp groot, maar het voordeel daarvan is dat je lekker makkelijk overal bij kan. Probeer dezelfde ruimte maar eens te vinden onder de motorkap van een Japanner.

    http://www.autoblog.nl/archive/2009/01/31/american-beauty

    'Oh, Alex,' zei Patriek, 'ja, dat is even vervelend, maar die zit in de bak.' 'In de bàk?' zeiden Beppie en ik allebei tegelijk. 'Ja, in de bak. Hij heeft met z'n Amerikaan veel te hard staan scheuren.' 'Maak het nou,' zei Beppie, 'daarvoor stoppen ze je toch niet in de bak?' 'Jawel,' zei Patriek, 'als je er bij drinkt wel.'

    Het verrotte leven van Floortje Bloem, Yvonne Keuls,

    Combinatiemogelijkheden


    in voorzetselgroep


    • in een amerikaan rijden
    • met een amerikaan rijden

    Een Amerikaanse auto dient markant te zijn en de bestuurder in de watten te leggen. Voldoet een model aan deze criteria, dan willen wij best in een Amerikaan rijden.

    http://www.autointernationaal.nl/artikel.php?id=5042&n=10,

    Woordfamilie


    Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen