Beier


Beier 1.0

iemand die afkomstig is uit Beieren; inwoner van Beieren

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een Beier…

is een persoon

  • [Plaats] woont doorgaans in Beieren
  • [Plaats van herkomst] is afkomstig uit Beieren; is geboren in Beieren

    Algemene voorbeelden


    Niet graag Duitser zijn, maar liever wereldburger of ten minste Rijnlander, Beier, Zwaab of Frankforter, is in het westen vooral voor intellectuelen uit de naoorlogse generaties al lang een bewijs van vooruitstrevende gezindheid.

    De Standaard,

    "De koning van België is een Duitser. Zijn moeder is een prinses uit Beieren. En zijn vader was een Coburger, dus ook een Beier."

    De Standaard,

    Dat Vlamingen en Nederlanders geen deel (kunnen?) uitmaken van eenzelfde natie, is er volgens de Leuvense historicus Lode Wils onder meer aan te wijten dat ze behoren tot verschillende Europese cultuursferen: de Vlamingen tot de zuiders-katholiek-barokke, de Nederlanders tot de noords-protestants-nuchtere. Hetzelfde is natuurlijk ook waar voor Rijnlanders en Brandenburgers of Beieren en Hamburgers die althans op de landkaart wel deel uitmaken van eenzelfde natie.

    De Standaard,

    De Beiers zijn trots op hun rijkdom en eigenheid. Maar volgens sommigen wordt al dat moois bedreigd, zowel door de federale regering in Berlijn als door de bureaucraten in Brussel.

    http://www.trouw.nl/tr/nl/4496/Buitenland/article/detail/3774364/2014/10/23/Separatisme-in-Lederhose.dhtml,

    Woordfamilie


    Als deel van een afleiding