Bulgaar


Bulgaar 1.0

iemand met de Bulgaarse nationaliteit; iemand die behoort tot het Bulgaarse volk; iemand die afkomstig is uit Bulgarije; inwoner van Bulgarije
In het meervoud ook in toepassing op het volk. Ook in toepassing op vertegenwoordigers van een nationale sportploeg of andere groep.

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een Bulgaar…

is een persoon

  • [Plaats] woont doorgaans in Bulgarije
  • [Plaats van herkomst] is doorgaans afkomstig uit Bulgarije; is doorgaans geboren in Bulgarije
  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] heeft de Bulgaarse nationaliteit; is Bulgaars staatsburger
  • [Taal] spreekt Bulgaars

Algemene voorbeelden


Onder het communisme was 80 procent van de Bulgaren eigenaar van een huis. Als ze nu de afbetaling van hun lening nalaten en hun huis verliezen, komt een nieuwe cyclus van verarming op gang.

De Standaard,

Er zijn net zoveel Albanezen als Zweden, en twee keer zoveel als Noren. Albanezen, Grieken, Serviërs, Bulgaren - dat zijn op de Balkan allemaal volken van ongeveer gelijke omvang.

NRC,

De Bulgaren startten het best met kansen voor Stoichkov en Penev, maar moesten na 20 minuten een eerste tegendoelpunt incasseren.

De Standaard,

De Nederlanders klopten de Bulgaren met 3-1 terwijl de Russen Cuba inpakten met 3-0.

De Standaard,

Woordfamilie


Als deel van een afleiding


Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen