Française


Française 1.0

vrouw met de Franse nationaliteit; vrouw die behoort tot het Franse volk; vrouw die afkomstig is uit Frankrijk; inwoonster van Frankrijk

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een Française…

is een persoon

  • [Geslacht] is een vrouw

    Algemene voorbeelden


    BB geeft in haar memoires volmondig toe dat ze MM hevig bewonderde. In haar boek doet ze het relaas van een ontmoeting met Marilyn, ergens in de damestoiletten van een hotel. De Française wou in de "ladies" haar kapsel wat bijwerken, maar Marilyn hield zich daar op om, volgens Bardot, uitsluitend in de spiegel te kijken en - glimlachend en geurend naar Chanel N° 5 - haar eigen spiegelbeeld te bewonderen.

    De Standaard,

    Als je het rijtje afloopt, merk je al vlug dat er de jongste tijd een nieuwe hegemonie op de esthetische landkaart valt aan te stippen. Vier van deze dames bezitten een Amerikaans paspoort [...] en een ander heeft de Deense nationaliteit. Patitz en Schiffer komen uit Duitsland. Geen Françaises meer op het podium. Hoewel Parijs nog altijd het epicentrum blijft van de modieuze smaak, is Frankrijk blijkbaar geen wingewest voor types die beantwoorden aan het huidige schoonheidsideaal.

    De Standaard,

    Langs het hek van het park kwam ze me tegemoet. Ze wuifde me toe [...]. Ik keek dus maar naar haar, zoals ze me naderde, een glimlach van verwachting op haar gezicht. Een Française, een Italiaanse, wat deed het er toe.

    In liefdesnaam, Adriaan van der Veen,

    Woordfamilie


    Als deel van een afleiding