Saks


Saks 1.0

iemand die behoorde tot het Germaanse volk dat in het huidige Oost-Nederland en in het noordwesten van het huidige Duitsland woonde en dat in de vijfde eeuw het Kanaal overstak om Brittannië te veroveren
Meestal in de meervoudsvorm in toepassing op het hele volk.

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een Saks…

is een persoon

  • [Groep] maakt deel uit van het Germaanse volk
  • [Plaats] woonde in het huidige Oost-Nederland en in het noordwesten van het huidige Duitsland (in het gebied tussen de rivieren Eems en Elbe), later ook in Brittannië
  • [Plaats van herkomst] was afkomstig uit het gebied tussen de rivieren Eems en Elbe, gelegen in het huidige Oost-Nederland en in het huidige Duitsland
  • [Taal] sprak Oudsaksisch

Algemene voorbeelden


Keltische stammen die in het noordelijk deel van de Alpen thuis waren, zijn waarschijnlijk de eerste gebruikers van een Alpenhoorn; een signaalinstrument voor de herders. Aardig is te vermelden is dat een soortgelijk gebouwde hoorn met zekerheid ook toen al in Nederland werd aangeblazen: de midwinterhoorn. Ook daar waren het de Kelten die het eerst op het instrument bliezen. Zij trokken verder en de Saksen namen het instrument over; aldus Tacitus.

http://www.jachthoornblazers.nl/content/Hoorn/alpenhoorn.htm

Karel de Grote was een vroom man. Hij liet vijfduizend Saksen de kop afhakken, omdat ze het verroestten om christen te worden.

Het samenzijn, Jan Meyers,

Het 1e Friese Zeeland was de kuststreek waar de Angelen en de Saksen woonden, aan de westkant van de Middelzee.

Meppeler Courant,

Ostrogoten, Visigoten, Franken, Vandalen, Lombarden, Germanen en Saksen kunnen maar één kant op: de Rijn of Donau over en nieuw land veroveren op de verzwakte Romeinen!

http://www.bordspel.com/artikel.html

Woordfamilie


Als deel van een afleiding


Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen


Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen


Saks 2.0

iemand die afstamt van en zich verwant voelt met het Germaanse volk de Saksen en in hetzelfde gebied woont als voorheen de Saksen woonden; afstammeling van de Saksen

Betekenisbetrekking


specialisering
Betrokken betekenissen 1.0 : 2.0

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een Saks…

is een persoon

  • [Plaats] woont in Groningen, Drenthe, Overijssel, Gelderland of in het noordwesten van Duitsland
  • [Plaats van herkomst] is afkomstig uit Groningen, Drenthe, Overijssel, Gelderland of uit het noordwesten van Duitsland; is geboren in Groningen, Drenthe, Overijssel, Gelderland of uit het noordwesten van Duitsland
  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is trots op zijn Saksische afkomst
  • [Taal] spreekt als streektaal een Nedersaksisch dialect

Algemene voorbeelden


De Saksen in Nederland betreffen voornamelijk de volgende bevolkingsgroepen: de Drenten, Stellingwervers, Twentenaren, Sallanders en de Achterhoekers [...]. Ze dragen het hart bepaald niet op de tong. Dat zijn meteen de eerste typische Saksische kenmerken: gemoedelijkheid, samenwerking, geslotenheid. Een ander uiterst belangrijk kenmerk is de traditie. De traditie is heilig: 'het is altijd zo geweest' (en het moet dus zo blijven) is vaak een doorslaggevend argument. En je moet wel van heel goede huize komen als je een Saks voor een standpunt wilt winnen.

http://www.pkn-assen.nl/artikel.asp?aid=208,

Toen de beroemde historicus Bernhard Slicher van Bath tijdens een lezing in het Rijksmuseum Twente de Saksische afstamming van de oostnederlanders bestreed, rees de industrieel Jan Herman van Heek (van 's Heerenbergh) uit zijn stoel en riep uit: "En toch, professor, voel ik mij een Saks!" [...]. Als wedervraag vroeg de hoogleraar ad rem: "En wát voelt u dan, meneer Van Heek?" Daarop stond de grote regionalist met de mond vol tanden.

Tubantia,