alras


alras 1.0

(formeel; (vooral) geschreven taal)

al binnen korte tijd; al spoedig; aldra; binnenkort; weldra

Algemene voorbeelden


De 'Ndrangheta dook op in talrijke drugs- en wapenhandels, maar bleek alras ook erg bedreven in het witwassen en beleggen van misdaadgeld.

De Standaard,

Het duurde niet lang of neurasthenie werd ook in Europa erkend c.q. gesignaleerd. Het stond alras hoog op de lijst van meest voorkomende aandoeningen.

http://www.transformaties.org/individu_en_netwerk/vermoeidheid.htm,

Alras bleek het gesprek teruggekeerd naar het slaapverwekkende onderwerp waar het aan het begin van de avond over was gegaan: onroerend goed in Spanje.

De gelukkige, Mensje van Keulen,

'Veertig jaar geleden bestond er al een verheugende belangstelling in Dwingeloo voor de plattelandsbibliotheek in Assen, besloten werd de uitleen via de scholen te laten verlopen'. Dat gebeurde via het personeel en vrijwilligers. Volgens Schöller sloeg het aan en de collectie werd alras uitgebreid van driehonderd naar zeshonderd boeken.

Meppeler Courant,

Mannen zitten in sarong voor hun huis en roken. Dit moment van bezinning heet magrib, Arabisch voor 'het Westen', waar de zon verdwijnt, en het voorlaatste gebed van de dag. De moskee aan de overkant zet in, alras gevolgd door de drie andere die op gehoorsafstand liggen.

NRC,

Ook mijn liefde voor het bestuurlijke vlak bleek alras.

http://leden.tref.nl/~lamme129/

De ballon landde op de dakspanen van een bungalow, die alras vlam vatten.

Alle families zijn psychotisch, Douglas Coupland,

Het nadeel van slordigheid is, dat het ook jezelf alras verveelt.

Klaas kwam niet, W.F. Hermans,

Op school stal ze de lunchpakketten van haar klasgenoten en ze ontwikkelde zich alras tot kleptomaan.

NRC,

Het politieke spel is vooral in het begin leuk, maar alras kwam ik tot de conclusie dat de invloed beperkt is.

Meppeler Courant,