appelaar


appelaar 1.0

afbeelding

Bron: Muffet
( CC BY 2.0 )

((vooral) in België)

appelboom

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een appelaar…

is een boom

      Algemene voorbeelden


      De groene knoestige stam van de appelaar ontroerde ons als levensoorzaak onder de rozig bloesemende kruin.

      De lange geboorte, Lut Ureel,

      Aan de met spierwit linnen overdekte tafel in de schaduw van een appelaar zaten zij tussen opgewonden bruiloftsgasten.

      Het verdriet van België, Hugo Claus,

      Combinatiemogelijkheden


      met adjectivisch tegenwoordig deelwoord


      • een bloeiende appelaar
      • een kwijnende appelaar

      De bloeiende appelaars leken zo wit dat de mist errond afgetekend grijs was.

      De Standaard,

      Terwijl de regen valt op de nu welhaast lege tuin met de mottige stadsmerel in de kwijnende appelaar achteraan.

      Verzameld proza, Jotie T'Hooft,

      met ander, nevengeschikt substantief


      • appelaars en perelaars

      Appelaars en perelaars kunnen, al naargelang de onderstam, klein blijven.

      De Standaard,

      Woordfamilie


      Als deel van een afleiding


      Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen