baboe


baboe 1.0

((vooral) in Nederland)

Indisch kindermeisje in voormalig Nederlands-Indië

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een baboe…

is een persoon

  • [Functie] verzorgde de kinderen van Nederlandse families en deed vaak ook ander huishoudelijk werk
  • [Plaats van herkomst] is een inlands meisje
  • [Milieu] werkte in dienst van een Nederlandse familie in voormalig Nederlands-Indië

    Algemene voorbeelden


    In die lezing van hem, die ik bijwoonde, hoorde ik hem vol emotie vertellen over een lieve trouwe baboe die hem in haar slendang gedragen en met haar Javaanse wijsheid opgevoed had. In zijn beschrijving herkende ik, althans wat het uiterlijk betreft, Moenah, de 'lijfmeid' van mevrouw Mijers.

    Sleuteloog, Hella S. Haasse,

    Op familiebijeenkomsten tonen wij elkaar nog vaak met weemoed de deuken en littekens die we vlak onder onze haargrens als gidsfossielen koesteren. En ook de kokki, de baboe en de kebon konden ervan meepraten. De kokki omdat ze zichzelf altijd een te grote provisie toekende op alle inkopen die ze op de pasar deed. Altijd was er geharrewar over geld, dat mijn moeder met een klap van de punthak beslechtte.

    Mevrouw mijn moeder, Yvonne Keuls,

    Er waren zoveel Javaanse vrouwen die jaarlijks een kind kregen en daarbij nog werkten ook. In de hitte op het land, of als baboe bij een Hollandse familie.

    Mevrouw mijn moeder, Yvonne Keuls,

    Het was duidelijk, mijn moeder wilde gewoon weer een baboe die op de grond naast haar bed op een matje sliep.

    Mevrouw mijn moeder, Yvonne Keuls,

    Over de koloniale problematiek van vóór de oorlog wordt niet veel gerept; wel laat de schrijfster weten dat de Nederlanders in een paradijselijk omgeving woonden en dat vele vrouwen nauwelijks zelf konden koken of de was doen. Dat was het werk van de baboes.

    NRC,

    Woordfamilie


    Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen