beleggingsclub


beleggingsclub 1.0

club die gezamenlijk belegt in aandelen; ook: de gezamenlijke leden van zo'n club

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een beleggingsclub…

is een club

  • [Functie] belegt gezamenlijk in aandelen
  • [Betrokkene] bestaat uit privé-beleggers

    Hoofdsemagram: club


    Algemene voorbeelden


    Sinds Dolle Mina zijn er meer vrouwen dan ooit baas over hun eigen beurs. Met name jongeren zijn goed opgeleid, werken hard en verdienen evenveel als en soms meer dan mannen, doen ook in aandelen (ruim de helft van de leden van beleggingsclubs is vrouw), sparen stevig en onderhandelen zelfstandig over een hypotheek of een auto.

    NRC,

    Beleggers zijn een absolute noodzaak voor een goede werking van de beurs. Zij verschaffen de ondernemingen het nodige kapitaal. Het kunnen zowel institutionele (banken, verzekeringsmaatschappijen, pensioenfondsen enz.) als privé-beleggers (particulieren, beleggingsclubs) zijn.

    http://www.beurs.be/pd/pdc/nldc01.htm#01,

    De oppositie van de groep rond De Ridder tegen Van den Brink en Borsumij is opmerkelijk omdat zij voormalige investeringspartners zijn in de beleggingsclub Courtier van gefortuneerde zakenlieden die een paar maanden geleden uit elkaar viel.

    NRC,

    De groep Young Potentials is een vereniging van mensen tot 35 jaar die in het beroepsleven staan en de praktijk willen leren in een eigen beleggingsclub.

    De Standaard,

    Woordfamilie


    Als deel van een afleiding