biertje


biertje 1.0

((vooral) in Nederland)

glas bier, flesje bier of blikje bier
Meestal in toepassing op een pilsje.

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een biertje…

is een portie; is een hoeveelheid

  • [Stoffelijke inhoud] is een portie bier, meestal pils

    Combinatiemogelijkheden


    met adjectief ervoor


    • een fris biertje
    • een ijskoud biertje
    • een koel biertje
    • een koud biertje

    Mijn roman, die niemand wil publiceren, begint zo: 'Felix Avonds streek neer op een terrasstoel en bestelde een koel biertje.'

    Vliegen in een spinnenweb, Fernand Auwera,

    • een alcoholvrij biertje

    Ik zit in de zon met twee alcoholvrije biertjes van het merk Laiker en word langzaam dronken, overmand door heimwee naar de nachtelijke gesprekken met Antonio en Rafa, en naar de droeve melancholie van de flamenco.

    Costa del Crimen, Stan Lauryssens,

    • een welverdiend biertje

    Zij ging op weg naar een welverdiend biertje in haar stamkroeg onder de horizon.

    Rupert, een bekentenis, Ilja Leonard Pfeijffer,

    met lidwoord


    • een biertje

    Na de film vraagt Wim mij of ik mee een biertje ga drinken.

    Engelenplaque, A.F.Th. van der Heijden,

    met telwoord ervoor


    • twee biertjes
    • een tweede biertje

    In het café in Ouderkerk was hij na twee biertjes opnieuw over de vrouwen begonnen.

    Eten met Emma, Herman Koch,

    "Welnu, het valt geweldig mee", zegt Degryse, die nog altijd ongestoord een tweede biertje kan bestellen aan de drukke toog in Henry's.

    De Standaard,

    als object bij een werkwoord


    • een biertje drinken

    Ze drinken er een biertje, netwerken wat en komen mogelijk interessante zakenpartners tegen.

    De Telegraaf,

    • een biertje bestellen

    Ik hoef alleen maar te wachten. Ik bestel nog een biertje. Als na meer dan een uur de meisjes vertrekken blijf ik nog zolang zitten tot zij uit het zicht dreigen te verdwijnen; alvorens hen achterna te gaan kijk ik in triomf het terras nog 'ns rond.

    De onderneming; Funs; Nooit meer klagen, Christophe Vekeman,

    • een biertje nemen

    'Helen, het spijt me. Ik moet opstappen.' 'Prima.' Ze keek naar hem terwijl hij zijn jas aandeed en zijn bier opdronk [...]. 'Ik bel je morgenochtend wel.' 'Prima. Ik neem nog een biertje.'

    De wolvenlus, Nicholas Evans,

    • een biertje brengen

    Hij brengt het biertje en zegt: "Da's dan 65 gulden."

    http://users.pandora.be/de_humorsite/pagina_op_het_hoogste_niveau22.htm

    biertje 2.0

    ((vooral) in Nederland)

    biersoort of biermerk

    Combinatiemogelijkheden


    met adjectief ervoor


    • een nieuw biertje

    Je hebt heel veel tijd nodig om een nieuw biertje te ontwikkelen.

    Het Financieele Dagblad,

    • een lekker biertje

    Alleen geëeste bleekmout verwerken en lekker fors hoppen, dat gaf een lekker biertje!

    http://members.ams.chello.nl/f.hoedemakers/Allerlei_03_3.html

    Woordfamilie


    Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen