blasé


blasé 1.0

zeer verwend en daardoor niet meer in staat om te genieten; door verwenning verveeld

Algemene voorbeelden


Typisch jongewijvenzelfmoordje. Zo blasé en zich zo nutteloos achtend en zo verveeld en naar eigen mening zo alles al meegemaakt hebbend dat ze het verder niet meer aankon en zich had volgepropt met alle pillen die in huis waren.

Uitgeverij Guggenheimer, Herman Brusselmans,

Bijna vijfduizend Yes-lezeressen waren in Bataviastad [...] om het vijftienjarig bestaan van hun blad te vieren. Hartverwarmend, zegt Yes-hoofdredacteur Leontine van den Bos (44). Fantastisch om te zien dat al die jonge vrouwen precies zo zijn zoals wij ze zien. Licht afwachtend waren ze, niet blasé, dolblij met hun Yes-tasje met twee presentjes.

NRC,

Laten we dus niet te blasé zijn en toegeven dat het wereldrecord van Frederik Deburghgraeve, net als die gouden en bronzen medailles, ook ons vervult met een gevoel van tevredenheid.

De Standaard,

Combinatiemogelijkheden


met voorzetselgroep


  • er blasé van worden
  • blasé zijn van de vele avances

Een keer per jaar organiseert Jan Louage, onze algemeen directeur, een seminarie buitenshuis voor zijn directiecomité [...]. Jan nodigt dan een goeroe-achtig soort consultant uit die in ruil voor een kolossaal honorarium onze geesten weer komt opladen. Inspireren en motiveren is de boodschap [...]. In alle geuren, kleuren en vormen hebben we mogen proeven, in een luxueuze entourage, van de wijsheden van deze verlichte geesten met hun dwaallichtjes [...]. We zijn er een beetje blasé, van geworden, we prikken zo door deze luchtbellen, en we slepen ons dan ook naar dit jaarlijkse Sint-Niklaasritueel met steeds langer wordende tanden.

Scènes op het werk, Paul Desmedt,

Als de Vlaming daarentegen door de Nederlander geprezen wordt, slaat hij de ogen neer en trekt een pruimemondje als een heel verwend en vervelend meisje dat blasé is van de vele avances die men haar maakt en toch beledigd zou zijn als men haar op zekere dag niet meer zou zien zitten.

De bierkaai. Kladboek 2, Jeroen Brouwers,

Woordfamilie


Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen


blasé 1.1

afgestompt door gewoonte of gewenning

Algemene voorbeelden


De Japanners in de regio-Tokio zijn blasé als het gaat om de aardschokken. Schokken behoren bijna tot het alledaagse leven. Niemand windt zich op over die aardtrillingen.

NRC,

Toen het in de krant stond, voelde ik me niet speciaal blij of trots. Met de ogen van een vreemde keek ik ernaar. Zo gaat dat dus, dacht ik, al enigszins blase. Je schrijft iets, ze drukken het af en dan staat er een blokje tekst in de krant met je naam eronder. En dat is het dan.

NRC,

Ik wist wel dat nieuwe technologieën als genetische manipulatie en nanotechnologie ons in staat stelden de wereld te herscheppen, maar Rays realistische scenario voor een binnenkort te verwachten komst van intelligente robots verraste me. We worden langzamerhand blasé van alle technische doorbraken. Bijna dagelijks horen we over nieuwe technologische of wetenschappelijke vorderingen.

NRC,

Het blasé uitvoeren van de letter van de wet, terwijl iedereen ziet dat er iets of iemand niet goed functioneert, zou bij een overheidsfunctionaris, volgens mijn normen en waarden, niet moeten kunnen.

http://react.vpro.nl/programma/tegenlicht/forum/list_message/8969,

blasé 2.0

zelfingenomen; aanmatigend; pedant; verwaand; blaaskakerig

Betekenisbetrekking


generalisering
Betrokken betekenissen 1.0

Algemene voorbeelden


Ik kijk niet neer op de jongeman die ik toen was, dat zou makkelijk zijn, hooghartig, blasé.

'Vliegt den Blauwvoet, storm op de Koornmarkt', Bart Plouvier,

Ik had het geluk dat nog enkele andere beter gesitueerde dus blasé kindertjes het internaat met me deelden. Er was Polleke V., het zoontje van een tv-figuur die zichzelf tot filmspecialist had uitgeroepen, om daarna nóg verder te gaan in eigenwaan door ons geregeld, tot ieders ergernis, te blijven opschepen met Vlaamse subsidie-klungelprodukties.

Het blije lijden, Alex Rosseels,

Metro is tot nu toe veel veranderingen bespaard gebleven, en dat heeft onze mensen wat blasé gemaakt, wat zelfgenoegzaam.

Scènes op het werk, Paul Desmedt,

Hij is benieuwd naar reacties, is verre van blasé en er is niets in hem dat ook maar iets weg heeft van een arrogante houding van de artiest die begiftigd is met internationale roem.

Meppeler Courant,

Met enig leedvermaak keek ik neer op de mannen die op de haast dagelijkse recepties het hoge woord voerden, mannen die je niks meer kon leren, blasé, maar die hier dof, geknakt voor zich uit zaten te staren.

De stoelendans, Paul Koeck,

Combinatiemogelijkheden


met werkwoord


  • blasé lijken

Ik wil niet blasé lijken, maar het komt me toch voor dat dit onderwerp zowel afgekloven als uitgekauwd is: ik zou het veeleer in de trapemmer dan in de groep gooien, maar niemand vraagt me ooit wat.

Dwarskijker, Rudy Vandendaele,

Woordfamilie


Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen