broekzak


broekzak 1.0

zak van een broek, meestal aan de zijkant van de broek bevestigd, maar ook wel aan de achterkant van de broek op de billen

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een broekzak…

is een zak; is een deel

  • [Geheel] maakt deel uit van een broek
  • [Functie] wordt gebruikt om er iets in op te bergen, bijvoorbeeld een portemonnee of een zakdoek
  • [Plaats] bevindt zich meestal aan de zijkant van de broek op de heupen en soms ook aan de achterkant van de broek op de billen of aan de voorkant
  • [Aantal of hoeveelheid] een broek heeft meestal meerdere zakken

Hoofdsemagram: zak


Combinatiemogelijkheden


in voorzetselgroep


  • (met) de hand in de broekzak
  • (met) de hand in de broekzakken
  • (met) de handen in de broekzak
  • (met) de handen in de broekzakken
  • de handen uit de broekzakken halen

Haar schouders schokken. Dan loopt ze weg. Het hoofd naar beneden, handen in de broekzak.

NRC,

Met een hand in de broekzak en een speenvarkenkoteletje in de andere hand strooit de oud-coach van onder meer Real Madrid met kwinkslagen.

NRC,

Met zijn handen in de broekzakken wandelt Lawrence tijdens zijn afgunstige bespiegelingen naar de ezel, eromheen, een paar meter naar achteren.

Het meesterstuk, Anna Enquist,

Mijn vader haalde zijn handen uit zijn broekzakken, haalde diep adem, gaf me een tik en riep: 'Om het eerst beneden.'

Mijn tweede huid, Erwin Mortier,

  • een hand in de broekzak steken

Werner schudde zijn hoofd. 'Nooit alleen laten. Heb ik je al eerder gezegd. Altijd in de buurt blijven als ze nieuw zijn.' 'Ook op de wc?' 'Je kunt achter de deur gaan staan als je je schaamt, maar je blijft wel bij ze.' Hij stak een hand in zijn broekzak. 'Ik zal je betalen tot tien uur vanavond. Dat is negen uur werk. Ik maak er tien uur van, dat rekent makkelijker.'

De vrouwenoppasser, Peter de Zwaan,

  • iets in de broekzak laten glijden
  • iets in de broekzak steken
  • iets in de broekzak stoppen
  • iets uit de broekzak halen
  • iets uit de broekzak opdiepen
  • iets uit de broekzak trekken
  • iets uit de broekzak vissen
  • iets uit de broekzak tevoorschijn halen
  • een zakdoek uit de broekzak halen

''Ik kom!'' riep Stierke hun toe, terwijl hij de sigaret die hij had aangenomen, in zijn broekzak liet glijden.

Een lichtgevoelige jongen, Walter van den Broeck,

Ik had de indruk dat m'n rechterhand helemaal onafhankelijk naar de hamer van Gustaaf wilde grijpen om hem daarmee de schedel in te slaan. Ik stak ze ter zelfbescherming in m'n broekzak, en ik zei: 'De zool van m'n linkerlaars is losgekomen'.

Mank, Herman Brusselmans,

Het harde ding stopte hij in mijn broekzak, waarna hij me een zoen gaf.

De tandeloze tijd. Dl. 1: Vallende ouders, A.F.Th. van der Heijden,

Hij stopt de sleutelbos in zijn broekzak, doet zijn schoenen aan en holt de trap af.

Het meesterstuk, Anna Enquist,

Misschien moest hij het magazijn maar uit zijn broekzak halen, om te kijken of ze dan van het onderwerp loskwamen.

Gouden bergen, Herman Stevens,

Terwijl ik de kamersleutel opdiepte uit mijn broekzak vroeg ik de pensionhouder of ik mijn overtollige bagage bij hem mocht achterlaten tot ik terug zou zijn uit Lago. U bent een nette gast, m'neer Keller, nooit geen damesbezoek of lawaai.

Alles over Tristan, Tommy Wieringa,

Scheef op de stoel hangend trok hij zijn portemonnee uit zijn broekzak en haalde een briefje van tien gulden te voorschijn.

Liefdesmeer & andere verhalen, Chaja Polak,

Hij viste zijn pakje Belga uit zijn broekzak, bood Bosmans een sigaret aan en gaf hem vuur.

Naakte zielen, Luc Deflo,

Ik spreidde een servet uit en begon mijn instrumenten klaar te leggen. Het spiegeltje, de haak, de boor. De patiënt rukte dreigend op in mijn richting. Hij haalde nu een zakmes uit zijn broekzak tevoorschijn. Ik zei, 'Kalm, laten we dit als verstandige mensen oplossen.'

Gstaad 95-98, Marek van der Jagt,

Piet Palinckx niesde, haalde een zakdoek uit zijn broekzak, snuitte uitgebreid zijn pokdalige neus, bekeek de foto en zei: 'Zonder enige twijfel'.

Naakte zielen, Luc Deflo,

  • in de broekzak graaien
  • in de broekzak tasten
  • in de broekzak voelen
  • in de broekzak zoeken

Hij graaide in zijn broekzak en stak het zijden voddetje met de kanten randjes in Louis' hand.

Het verdriet van België, Hugo Claus,

Hij dacht terug aan zijn verblijf op Hardenberg en tastte in zijn broekzak, waar hij het harde, glanzende bewijs van zijn aanwezigheid verborgen hield.

Het overspelige gras, Louis Ferron,

Ze ging daarbij met haar hand soms zo diep dat ik er een erectie van kreeg en als ik dan op mijn beurt in mijn broekzak voelde, wist ik niet met wat ik het meest blij moest zijn.

De wekker, André Janssens,

Eduard zocht in zijn broekzak, haalde een aansteker voor den dag en manoeuvreerde het apparaat zodanig in zijn handpalm dat hij in één beweging door met zijn duim de klep opende en aan het ontstekingswieltje draaide, waarna hij zijn vader triomfantelijk de vlam voorhield.

Het overspelige gras, Louis Ferron,

  • op de broekzak kloppen

'Hoe zit het met je rijbewijs?' Hansze klopte op zijn broekzak . 'Ik bedoel grootrijbewijs. Vrachtauto'. 'Nee'. 'Wat, nee'. 'Ik rij niet meer in een vrachtauto'.

De vrouwenoppasser, Peter de Zwaan,

Vaste verbindingen


Woordfamilie


Als deel van een afleiding


Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen


Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen