campingeigenaar


campingeigenaar 1.0

eigenaar van een camping; campinghouder

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een campingeigenaar…

is een eigenaar; is een persoon

  • [Toepassingsgebied of bereik] is de eigenaar van een camping

    Algemene voorbeelden


    In juli en augustus is het zwembad (7-15m), dat gratis toegankelijk is, geopend en staat de campingeigenaar zelf achter het fornuis om U een lekker maal voor te bereiden in het restaurant.

    http://www.eastbelgium.com/NL/D09/ID09602.htm

    'Hoe aardig een campingeigenaar ook is, als een toerist bij de bakker in het dorp wordt afgesnauwd, dan is zijn dag verpest.'

    De Limburger,

    Woordfamilie


    Als deel van een afleiding