daas


A - Als zelfstandig naamwoord

daas 1.0

afbeelding

Bron: Dennis Ray
( CC BY-SA 2.0 )

grote vlieg, waarvan de vrouwtjes met hun zuigsnuit steken om bloed te drinken; algemeen voorkomende steekvlieg; paardenvlieg; brems

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een daas…

is een vlieg; is een insect; is een dier

  • [Afmeting] is, afhankelijk van de soort, 5 tot 25 mm lang
  • [Bouw] is ongewerveld; heeft zes poten
  • [Deel] heeft zes poten, vleugels, kleurig reflecterende facetogen en monddelen waarmee de vrouwtjes bloed kunnen zuigen
  • [Voortplanting] legt eieren in water, modder, moerasgebied of in rottende plantendelen waaruit larven komen
  • [Woongebied] komt over de wereld voor, ook in de Lage Landen
  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] brengt op mensen geen ziektes over
  • [Gedrag] is als mannetje een planteneter en als vrouwtje een alleseter; drinkt als vrouwtje bloed door, soms na hardnekkige achtervolgingen van een prooi, met haar steeksnuit te bijten, wat duidelijk gevoeld wordt en zelfs door dunne kleding heen kan plaatsvinden
  • [Verscheidenheid] valt onder te verdelen in 8000 soorten, waarvan er zo'n 38 in Nederland leven met als meest bekende soorten de regendaas (Haematopota pluvialis) en de goudoogdaas (Chrysops relictus)

Rijk Animalia; Dieren
Stam Arthropoda; Geleedpotigen
Klasse Insecta; Insecten
Orde Diptera; Tweevleugeligen
Familie Tabanidae

Algemene voorbeelden


Dazen komen over de hele wereld voor. Er zijn wel meer dan vierduizend soorten beschreven. Het zijn grote vliegen, met scherpe sprieten aan de kop, waarmee de huid van hun slachtoffers wordt doorboord. Alleen de vrouwtjes gedragen zich als vampier.

http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2844/Archief/archief/article/detail/647899/2005/06/28/Groot-gevaar.dhtml,

Dazen zijn stevig en tamelijk groot. De vrouwtjes kunnen gemeen steken, de mannetjes voeden zich met nectar. De larven van de paardenvlieg en van de goudoogdaas leven in het water.

http://www.argo.be/scholen/geonatuur/waterdieren/

Ik zat uren roerloos bij de bron, af en toe maakte ik mijn handen en mijn gezicht nat. Ik werd gestoken door een daas.

Berthold 1200, Paul Koeck,

Het was heerlijk op Ameland. Op de foto geniet ik van een kleine natte minivalei in de duinen met overvloedig parnassia, zilverschoon en rode ogentroost. Dergelijke gebieden laten zich overigens het sterkst herkennen door een nog overvloediger aanwezigheid van bremzen (ook wel dazen of horzels genoemd) waardoor dergelijke gebieden door anderen strikt gemeden worden.

http://www.pleinstiens.nl/hout.htm

Het pad was overschaduwd en de lucht was nog warm, maar niet laf. In tegenstelling tot de vorige avond waren er nu geen dazen.

De Standaard,

Woordfamilie


Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen


B - Als bijvoeglijk naamwoord

daas 1.0

verdwaasd; verdoofd; wazig; suffig; suf; dwaas; in de war

Algemene voorbeelden


Verfomfaaid en met een daas gevoel kwam ze overeind en ontdekte aan de andere kant van de parkeerplaats een goedkope hamburgertent.

Alle families zijn psychotisch, Douglas Coupland,

Verdoofd blijft hij op de koude bank zitten. Zijn hoofd voelt leeg. Daas.

Enkele reis moeder, Bram Vermeulen,

Jem zou knikken in zijn duimen krijgen en daas uit zijn ogen gaan kijken, maar hij zou niet langer de grootste sufferd van het schoolplein zijn.

Zonder genade, Renate Dorrestein,

Ik ben helemaal in de war. Daas, geobsedeerd. Kan aan niets anders denken. Piekeren of ik niets zit te projekteren, iets voel dat hij niet voelt.

De schaamte voorbij, Anja Meulenbelt,

Hij stak zijn handen in zijn zakken en ademde diep in en uit. De koele avondlucht maakte zijn kop daas. De residentiële buurt, de vlijmscherpe gele sikkel, de kille avondlucht, het plaatje riep herinneringen op aan die koude decemberavond twee jaar geleden toen hij op het nippertje aan de dood was ontsnapt.

Naakte zielen, Luc Deflo,

Combinatiemogelijkheden


met voorzetselgroep


Voorzetsel: van

  • daas van de hitte en de dorst
  • daas van het felle licht
  • daas van zijn eigen geraas
  • daas van het lawaai

In Vieste, aan de Adriatische kust, liet ik hem door de heuvels lopen tot hij daas was van de hitte en de dorst.

NRC,

'Ik heb het gevoel dat dit een van mijn slappe dagen wordt. En trouwens, de auto die ik heb gehuurd ruikt als de vloerbedekking in een studentenhuis, en de wegen hier, die zijn wit, je wordt daas van het felle licht.'

Alle families zijn psychotisch, Douglas Coupland,

Hij wil eruit, maar hij kan, daas van zijn eigen geraas, de uitgang niet meer vinden.

NRC,

De hele werkdag duwde ik mijn kar voort langs de getouwen, daas van het lawaai, de kletterende cadans van de drijfriemen, de stank van verbrande motorolie en dorstig van het stof.

De Hunnen. Dl. 3: Vrede, Jan Cremer,

met ander, nevengeschikt adjectief


  • daas en overdonderd
  • duf en daas
  • wazig en daas

Toen we in de veerboot zaten terug naar het vasteland, zaten Mascha ik daas en overdonderd te verwerken wat we hadden meegemaakt.

Het leukste jaar uit de geschiedenis van de mensheid, Ronald Giphart,

Migraine hebben is een zeer actieve bezigheid. Stil liggen is onmogelijk. Niet alleen overgeven, maar ook zweet, snot en tranen. Rustig, rustig, niet denken, niet boos zijn over weer een verloren dag, stil liggen, ontspannen, overgeven en dan slapen. Om ongeveer twee uur wakker, aanval voorbij, maar wel een hoofd vol littekens. De volgende dag nog duf en daas.

http://www.hoofdpijnpatienten.nl/migraine.htm

Maar al slaapt Lecia als een blok ze kan, God zegene haar, in één tel een hoorn opgrissen en dat doet ze, al klinkt ze wazig en daas.

Cherry, Mary Karr,

Woordfamilie


Als deel van een afleiding