dinsdag


dinsdag 1.0

tweede dag van de week

Semagram (extra betekenisinformatie)


Dinsdag…

is een dag; is een periode; is een tijd

  • [Deel] bestaat uit 24 uur
  • [Geheel] is een van de zeven dagen van de week
  • [Rang of hiërarchische positie] is de tweede dag van een week op de gregoriaanse kalender
  • [Duur] duurt 24 uur
  • [Ordening of volgorde] wordt voorafgegaan door maandag en gevolgd door woensdag
  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is traditioneel de dag waarop in Nederland Prinsjesdag wordt gehouden, namelijk op de derde dinsdag van september

Algemene voorbeelden


Eerst komt de regering aan de beurt. Zij laat elk jaar op Prinsjesdag (de derde dinsdag van september) weten waaraan ze het overheidsgeld wil besteden of waarop ze wil bezuinigen.

http://www.tweede-kamer.nl/

Op maandag en dinsdag zijn de kijkcijfers hoger dan in het weekeinde.

De Standaard,

Cabaretier Bert Visscher komt dinsdag 26 april naar Meppel met zijn programma 'Jammer'.

Meppeler Courant,

De gespreksavonden vinden plaats op dinsdag 23 oktober in het Cultureel Centrum te Strombeek en op donderdag 25 oktober te Wijgmaal, telkens om 20u.

http://www.socius.be/

Volgende week dinsdag worden de voorstellen behandeld in de raadscommissie grondgebied.

Rotterdams Dagblad,

Combinatiemogelijkheden


met adjectief ervoor


  • vorige dinsdag

met adjectivisch tegenwoordig deelwoord


  • aanstaande dinsdag
  • komende dinsdag
  • volgende dinsdag

met adjectivisch voltooid deelwoord


  • afgelopen dinsdag

met voorzetselgroep


  • dinsdag bij
  • dinsdag in
  • dinsdag met
  • dinsdag naar
  • dinsdag om
  • dinsdag tot

in voorzetselgroep


  • na dinsdag
  • op dinsdag
  • sedert dinsdag
  • sinds dinsdag
  • tot dinsdag
  • van dinsdag
  • vanaf dinsdag
  • voor dinsdag

met telwoord ervoor


  • de eerste dinsdag (van de maand, van de maand april enz.)
  • de tweede dinsdag (van de maand, van de maand april enz.)
  • de derde dinsdag (van de maand, van de maand april enz.)
  • de vierde dinsdag (van de maand, van de maand april enz.)

met telwoord erachter


  • dinsdag 1 januari, februari, maart, april enz.
  • dinsdag 2 januari, februari, maart, april enz.
  • dinsdag 3 januari, februari, maart, april enz.
  • dinsdag 4 januari, februari, maart, april enz.
  • dinsdag 5 januari, februari, maart, april enz.
  • dinsdag 6 januari, februari, maart, april enz.
  • dinsdag 7 januari, februari, maart, april enz.
  • dinsdag 8 januari, februari, maart, april enz.
  • dinsdag 9 januari, februari, maart, april enz.
  • dinsdag 10 januari, februari, maart, april enz.
  • dinsdag 11 januari, februari, maart, april enz.
  • dinsdag 12 januari, februari, maart, april enz.
  • dinsdag 13 januari, februari, maart, april enz.
  • dinsdag 14 januari, februari, maart, april enz.
  • dinsdag 15 januari, februari, maart, april enz.
  • dinsdag 16 januari, februari, maart, april enz.
  • dinsdag 17 januari, februari, maart, april enz.
  • dinsdag 18 januari, februari, maart, april enz.
  • dinsdag 19 januari, februari, maart, april enz.
  • dinsdag 20 januari, februari, maart, april enz.
  • dinsdag 21 januari, februari, maart, april enz.
  • dinsdag 22 januari, februari, maart, april enz.
  • dinsdag 23 januari, februari, maart, april enz.
  • dinsdag 24 januari, februari, maart, april enz.
  • dinsdag 25 januari, februari, maart, april enz.
  • dinsdag 26 januari, februari, maart, april enz.
  • dinsdag 27 januari, februari, maart, april enz.
  • dinsdag 28 januari, februari, maart, april enz.
  • dinsdag 29 januari, februari, maart, april enz.
  • dinsdag 30 januari, februari, maart, april enz.
  • dinsdag 31 januari, februari, maart, april enz.

met aanwijzend voornaamwoord


  • die dinsdag
  • deze dinsdag

met onbepaald voornaamwoord


  • elke dinsdag
  • iedere dinsdag

voorafgegaan door naamvalsgenitief


  • 's dinsdags

Maar ik verkoos de gemoederen te laten bedaren en mekaar 's dinsdags, in rustige omstandigheden, onder verstandige mensen te spreken.

De Standaard,

Het weekend en 's maandags en dinsdags ben ik altijd thuis.

Rituelen, C. Nooteboom,

Vaste verbindingen


Woordfamilie


Als deel van een afleiding


Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen


Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen