gaper


gaper 1.0

((vooral) in België)

iemand die gaapt; iemand die geeuwt

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een gaper…

is een persoon

  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is meestal slaperig
  • [Activiteit of handeling] gaapt; geeuwt

    Algemene voorbeelden


    Op dat moment riep een mannenstem, dezelfde van daarnet: 'Slapen, heb ik gezegd. Kruip in uw bed, gij kleine gaper.' Ik dook in bed en deed de nachtlamp uit.

    Sluitertijd, Erwin Mortier,

    gaper 2.0

    afbeelding

    Bron: Guusbosman
    ( CC BY-SA 3.0 )

    ((vooral) in Nederland)

    uithangbord in de vorm van een prent, een schilderij of een halfreliëf dat een man met open mond voorstelt, meestal een moor, al dan niet met een tulband, en dat eertijds de gevel van drogisterijen en apothekers sierde en nu soms nog met een folkloristisch motief door horecazaken gebruikt wordt

    Betekenisbetrekking


    metonymie
    Betrokken betekenissen 1.0 : 2.0

    Semagram (extra betekenisinformatie)


    Een gaper…

    is een uithangbord

    • [Plaats] hing vroeger aan de gevel van apotheken en drogisterijenen hangt her en der ook nu nog op die plaatsen; wordt soms nu nog gebruikt aan de gevel van horecazaken
    • [Onstoffelijke inhoud] stelt een mannenhoofd voor met de mond geopend alsof hij geeuwt, vaak het hoofd van een moor, al dan niet voorzien van een tulband

      Algemene voorbeelden


      Het allereerste stamcafé was bij Tavieken (of bij 'Petterken', of 'In 't lieg plafon' of 'De drie gapers').

      http://home2.pi.be/ericdeb/0%20Kennismaking.htm

      Gadegeslagen door Peter liep hij door het huis met open mond van pijn, als een gaper boven de deur van een drogist.

      De aanslag, Harry Mulisch,

      Het museum bezit enkele duizenden artikelen uit de rijke historie van de Nederlandse drogisterijbranche. U vindt in het museum bijvoorbeeld ongeveer 150 gapers, vanouds het symbool van de drogisterijbranche. Als blikvanger hangt in het museum ook de grootste gaper ter wereld. Winkels. Maar de historie van de drogisterij bestaat natuurlijk niet alleen uit gapers. Ook twee compleet ingerichte winkels, één uit 1901 en de ander uit 1934, bepalen het gezicht van het museum.

      http://www.drogisterijmuseum.nl/collectie/index.htm

      Nog steeds siert de gaper - vaak een Moor - menige apotheek.

      http://www.google.nl/search?q=cache:pYzkTtxRsIkJ:www.museumboerhaave.nl/contact/persbericht.drakenbloed.doc+drakenbloed+site:.nl=nl=lang_nl,

      Een monotoon gedruis bereikt de oren van beide luchtfietsers, een zacht dreunen dat doorregen is met een politiesirene, een snerpend scootertje en rumoer van stemmen, afkomstig van het terras van De Vergulde Gaper, inmiddels tot halverwege de brug uitgevlekt.

      Een soort Engeland, Robert Anker,

      gaper 3.0

      iemand die toekijkt; aandachtige of nieuwsgierige toeschouwer; kijker

      Semagram (extra betekenisinformatie)


      Een gaper…

      is een persoon

      • [Activiteit of handeling] kijkt toe naar een evenement

        Algemene voorbeelden


        In de plezantere dagen van de Westeuropese voetbalbezigheden werden in de uithoeken van de Vlaamse provincies twee elftallen die op dezelfde manier knoeiden door de betalende klanten, in volle eendracht met de gratis gapers, tot een paniekvlucht tot ver in de omliggende akkers en bossen gedwongen.

        De Standaard,

        Het precieze aantal verkleumde gapers dat in de loop van de negentig minuten een blik ging werpen op de electronische beelden: 14 (veertien).

        De Standaard,

        gaper 3.1

        iemand die bij een belangrijk of dringend werk alleen maar staat toe te kijken zonder te helpen

        Betekenisbetrekking


        specialisering
        Betrokken betekenissen 3.0 : 3.1

        Semagram (extra betekenisinformatie)


        Een gaper…

        is een persoon

        • [Gedrag] staat bij een belangrijk werk alleen maar nieuwsgierig toe te kijken, zonder bereidheid om te helpen
        • [Waardering] is hinderlijk voor de werkers

          Algemene voorbeelden


          't Zag zwart van 't volk, 't was al zwart in de lucht van de rook, de gendarmen wilden mij doorlaten, maar de mensen op straat verroerden geen centimeter, ik claxonneer lijk zot, de gendarmen zwaaien dat ik mocht doorrijden want ze hadden gezien wie dat ik was, en dan gingen ze eindelijk opzij, die gapers, maar aan de kant van de brand, en, Constance, ik zie dat die grote schuur aan de draai van Harelbeke in brand staat.

          Het verdriet van België, Hugo Claus,

          Rijd nu maar allemaal naar huis en laat die soldaten hun werk doen voor het vaderland. Van gapers zijn die niet gediend.

          Een lichtgevoelige jongen, Walter van den Broeck,

          gaper 4.0

          afbeelding

          Bron: Marlith
          ( CC BY-SA 3.0 )

          schelpdier met een min of meer ovale schelp die een afgeronde en een spitse kant heeft die vaak wijd open staat en die in grote hoeveelheden op het strand te vinden is

          Betekenisbetrekking


          metafoor
          Betrokken betekenissen 1.0 : 4.0

          Semagram (extra betekenisinformatie)


          Een gaper…

          is een weekdier; is een dier

          • [Deel] heeft een tweekleppige schelp die ovaal van vorm is met een afgeronde en een spitse zijde; heeft een schelp die vaak als een geeuwende mond wijd open staat
          • [Plaats] leeft in de getijdenzone; wordt vaak aangetroffen op het strand

            Algemene voorbeelden


            Als je het drooggevallen wad ziet lijkt het maar een saaie boel. We gaan eens kijken of dat echt zo is en ontdekken daarbij pieren, gapers en andere rare beesten.

            http://www.waterland.net/npschierm/