geheelonthouder


geheelonthouder 1.0

iemand die zich geheel onthoudt van de consumptie van alcoholische dranken; iemand die zich geheel onthoudt van het drinken van alcoholhoudende dranken; iemand die geen alcohol drinkt

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een geheelonthouder…

is een persoon

  • [Gedrag] onthoudt zich geheel van de consumptie van alcoholische dranken; drinkt geen alcohol

    Algemene voorbeelden


    Enkele glaasjes per dag zouden het risico op hartkwalen met de helft verminderen. Deense onderzoekers gaan zelfs nog verder. Ze geloven dat de matige drinker de geheelonthouder overleeft. Dat wordt dan weer ontkend door de Italianen, die zeggen dat alkohol alleen een heilzame werking heeft als je tijdens de maaltijden drinkt.

    De Standaard,

    Combinatiemogelijkheden


    met koppelwerkwoord


    • geheelonthouder zijn

    'Laten we een borrel nemen of een glas wijn!' Kurt fluisterde iets onverstaanbaars, Barend begreep het verkeerd. 'Liever wijn?' vroeg hij. Nu verstond hij wat de filosoof hem toevertrouwde: 'Ik ben geheelonthouder.'

    Oprechter trouw, Henk Romijn Meijer,

    Zelfs klonen die letterlijk vergroeid zijn met elkaar, zijn verschillend. De beroemde Siamese tweeling Chang en Eng bijvoorbeeld. Chang was dominanter en ging aan het eind van zijn leven stevig drinken. Eng daarentegen was geheelonthouder en heeft nooit een druppel gedronken, al moest hij wel de katers van Chang verdragen.

    http://www.ub.rug.nl/eldoc/dnpp/pp/vvd/lire/3905/p001.pdf

    met adjectief ervoor


    • verstokte geheelonthouders

    Je kunt het psychologisch zien. Stress verhoogt de kans op hartklachten, terwijl matig alcoholgebruik door het socialiserende effect juist stressverlagend werkt. Je kunt ook zeggen dat matige drinkers sowieso andere types zijn dan verstokte geheelonthouders - die zijn vaak wat neurotisch - en daardoor minder kans op hartklachten hebben. Alleen al door hun relaxtere karakter dus.

    http://www.delta.tudelft.nl/jaargangen/28/6/drank.html,

    met ander, nevengeschikt substantief


    • geheelonthouder en vegetariër

    In Tsjetsjenië was Nachtwey enige dagen zoek. Zijn collega's vreesden dat de 46-jarige geheelonthouder en vegetariër, die al tweemaal ernstig gewond raakte, nu in het harnas was gestorven.

    NRC,

    "Een cognac?" vroeg hij allerminzaamst, te laat bedenkend dat de pastoor geheelonthouder én vegetariër was. De pastoor reageerde alsof hij een glimp van de duivel opving.

    Requiem voor de geitenmelker, Robin Hannelore,

    voorafgegaan door als


    • als geheelonthouder

    Kuiken wordt omschreven als een praktisch gericht, maar principieel man. In zijn Bildtsche Courant nam hij als geheelonthouder zelfs geen advertentie voor abdijsiroop op.

    http://www.iisg.nl/bwsa/bios/kuiken.html,

    Woordfamilie


    Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen