grondlegger


grondlegger 1.0

iemand die de basis van iets heeft gelegd; grondvester; oprichter; stichter

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een grondlegger…

is een persoon

  • [Activiteit of handeling] legt de basis, het allereerste begin, de fundamenten van iets
  • [Object ontstaan] legt de grondbeginselen voor bv. een stroming, een filosofie of een beweging

    Combinatiemogelijkheden


    met voorzetselgroep


    Voorzetsel: van

    • de grondlegger van de psychologie
    • de grondlegger van de homeopathie
    • de grondlegger van het rationalisme
    • de grondlegger van de christelijke kerk

    Wie is die Freud nou helemaal? Over overschatte figuren gesproken. De grondlegger van de psychologie wordt zo'n aap dan genoemd.

    Uitgeverij Guggenheimer, Herman Brusselmans,

    Het was echter de Duitse dokter Hahnemann (1755-1843) die de grondlegger werd van de moderne homeopathie.

    http://www.uwapotheker.be/apokrant/apokrant01/pagina1.html#tekst1_1_1,

    De belangrijkste grondlegger van het rationalisme is René Descartes (1596 – 1650).

    www.kubrussel.ac.be/onderwijs/etew/tew/vakken/eerstekan/psychologie/Hoofdstuk1.doc

    Jean-Jacques Rousseau was de grondlegger van de liberale politieke theorie.

    http://www.ping.be/novacivitas/dirkverhofstadt.html,

    Op de stam van de levensboom, centraal naast het stadswapen, zien we de figuur van Petrus, grondlegger van de christelijke kerk volgens de woorden: 'Gij zijt Petrus, de rots waarop Ik mijn huis zal bouwen.'

    http://www.sintnicolaas.org/

    Woordfamilie


    Als deel van een afleiding


    Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen