haciënda


haciënda 1.0

groot landgoed in Latijns-Amerika, vaak een veeteeltbedrijf of een landbouwbedrijf; ook: het huis van het landgoed

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een haciënda…

is een landgoed; is een gebied; is een zaak

  • [Functie] is een productief bedrijf, of wordt alleen gehouden door vermogende mensen als onroerendgoedinvestering
  • [Ontstaan] ontstond als instelling na de Spaanse verovering
  • [Plaats] is een landgoed in Latijns-Amerika
  • [Activiteit of handeling] is meestal een veeteeltbedrijf of landbouwbedrijf

Algemene voorbeelden


Een rijke aristocraat zijn in Mexico is een kwestie van grond, haciënda's, knechts, een elegante levensstijl, paarden, rondlopen in typisch Mexicaanse cowboy-kleding en veel huispersoneel hebben, dat is rijk zijn in Mexico. Geen televisiekijken.

De grens van glas, Carlos Fuentes,

Zijn gegoede ouders verhuisden bij het uitbreken van de revolutie van 1910 naar een grote haciënda in Mazamitla.

De Standaard,

Het hotel is een opgeknapte hacienda. Vier vleugels opgetrokken rond een binnenplaats, waar nu een zwembad is aangelegd.

Werk, Josse De Pauw,

haciënda 1.1

(schertsend)

landgoed elders; landgoed op een andere plaats dan Latijns-Amerika

Betekenisbetrekking


generalisering
Betrokken betekenissen 1.0 : 1.1

Algemene voorbeelden


Ik vroeg hen vooral: wat beweegt Brugsma? Gaat het om geld, om macht, om aanzien? Of natuurlijk: om warm medemenselijk idealisme, want ik trachtte me objectief op te stellen. Mijn eerste informant schetste mij de Brabantse hacienda met zevenentwintig paarden en riep bij mij het beeld op van een Oosteuropees verlicht despoot. Deze eerste informant meende dat het "Boebie' alleen om geld ging.

...honderd. Ik kom, Piet Grijs,