hellehond


hellehond 1.0

wezen met het voorkomen van een hond dat voorkomt in verschillende mythologieën en volksverhalen en dat meestal in verband gebracht wordt met dood en rampspoed
Een bekende mythische hellehond in de Griekse mythologie is Cerberus, de bewaker van de onderwereld. In volksverhalen is het vaak een spookhond waarvan de verschijning onheil en dood aankondigt.

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een hellehond…

is een wezen

  • [Kleur] is meestal zwart
  • [Deel] heeft meestal spitse oren en vervaarlijke tanden
  • [Werkelijkheidswaarde] bestaat alleen in mythen en volksverhalen
  • [Waardering] wordt gevreesd
  • [Gelijkenis] lijkt op een hond
  • [Voorstellingswijze] komt voor in verschillende mythologieën en volksverhalen en kondigt daar door zijn verschijning iemands dood aan en wordt in verband gebracht met rampspoed en dood

Algemene voorbeelden


Van overgrootvader houdt hij over dat hij de kleine dood niet moet verwarren met de grote dood en dat hij zich nooit moet haasten om zijn trein te halen. Voorts een dikke eiken stok tegen schuldeisers, een grote mond tegen de praatgroep en het besef dat maneschijn in bed even hinderlijk is als herpes genitalis. Van Pépé houdt hij over dat hij van een kikker geen hellehond moet maken en van het toeval geen noodlot.

Met het oog op de jaren negentig, Luc Vancampenhout,

Alleen de Oude Grieken kenden een helhond, Cerberus, die de toegang tot de onderwereld bewaakte.

Poot: verhalen over de hond, Midas Dekkers,

We lagen naar de afwisselende engelenstemmen van het koor te luisteren tot ze plaatsmaakten voor die lage oorlogsmarsmuziek – de hellehonden die uit een gat in de aarde opdoken om die meneer Mozart het graf in te jagen.

Cherry, Mary Karr,

hellehond 1.1

hond die mensen aanvalt

Betekenisbetrekking


metafoor
Betrokken betekenissen 1.0 : 1.1

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een hellehond…

is een hond; is een zoogdier; is een dier

      Algemene voorbeelden


      Franklin volgde een goddelijke ingeving, zette zijn handen tegen het zware lijf en tilde het in de beweging die hij toch al aan het maken was over de muur heen. De hond vond geen houvast en viel met gekraak van takken in de tuin van de buren [...]. Franklins enige gedachte was: wegwezen [...]. Hij had die hellehond gemold. Hij hinkte voort tot een auto naast hem kwam rijden. 'Wat is er aan de hand, makker?' Politie. 'Wolven.' De auto stopte. 'Ik ben door wolven aangevallen.'

      Franklin, Thomas Lieske,