jofel


jofel 1.0

(informeel)

een vriendelijke, innemende uitstraling hebbend; aardig, leuk in de omgang; sympathiek

Algemene voorbeelden


Ofschoon ikzelf mijn vader vrij streng achtte, begreep ik toch waarom neefjes en nichtjes zo graag bij ons logeerden [...]. Als het er op aan kwam dan had ik hem zelfs niet willen ruilen voor een pappie als Annie er één had: zo gezellig, zo jofel en makkelijk of die ook was.

De lange geboorte, Lut Ureel,

Dirk Tieleman heeft iets weg van een Californische yogaleraar, maar ook van een jofele straathoekwerker die niet te beroerd is om in het opvangcentrum tijdens het kringgesprek mee te blowen met de moeilijk opvoedbare jongeren.

Dwarskijker, Rudy Vandendaele,

Achter een tafel in een van de klaslokalen zitten de streng kijkende Scheepbouwer en de wat jofelere Van Iersel.

http://www.deondernemer.nl/binnenland/283129/Vmboer-bij-Scheepbouwer-Mag-het-een-uurtje-later.html,

Combinatiemogelijkheden


met adjectief ervoor


  • jofele kerel
  • jofele pik
  • jofele vent

Ze praatten over de scheepvaart, het weer [...], kortom over alles waar twee mannen die een lijntje hebben uitgelegd gewoonlijk over praten. Heel ontspannen allemaal. Ze begrepen elkaar en schoten soms samen in de lach. Peer bleek best een jofele vent te zijn en Jasper bracht moeiteloos onder woorden wat hij te zeggen had.

De hangende man, K. van Zomeren,

Weliswaar pestten we hem naar vermogen, maar toch vonden we hem een 'jofele pik': hij gaf weinig huiswerk, geen slechte cijfers, geen strafwerk.

Het samenzijn, Jan Meyers,

Melchior schudde het hoofd. Olaf was zijn vriend en best een jofele kerel, maar hij was ook jong en onderschatte de boosheid van mensen die gebrek lijden.

Wellust, Pieter Aspe,

jofel 2.0

(informeel)

prettig of lekker in zijn vel zittend; geestelijk of lichamelijk in vorm; in goede conditie
Vaak in negatieve constructies zoals er niet jofel uitzien, zich niet jofel voelen

Algemene voorbeelden


'Daar vlakbij, als je een stukje rechtdoor gaat heb je die apotheek die vandaag dienst doet.' Voor ik iets kon zeggen ging Sjef door: 'Je mag de fiets van Koos wel lenen, dat vind ie wel goed [...]. Ga jij dan even, Hermans? Ik voel me niet zo jofel hedenochtend; het is de ouderdom en de winter die in mijn botten knaagt. Jij hebt nog jonge benen. Dus wees eens aardig, goede vriend.'

De heiligen zijn dood, René Stoute,

'Hoe staat het met jouw gezondheid, puur medisch gezien?' 'Jezus, Sarah.' 'Vertel het me nou gewoon, Wade.' Wade haalde diep adem. 'Oké dan. Niet al te florissant.' 'Dat vermoedde ik al. Je zag er vandaag niet bepaald jofel uit.'

Alle families zijn psychotisch, Douglas Coupland,

jofel 3.0

(informeel)

( Gezegd van onstoffelijke zaken)
een grappige of plezierige indruk makend; leuk; aardig; tof

Algemene voorbeelden


De verhalen geven een weinig afgeronde en tamelijk leeghoofdige indruk, al is de toon er niet minder jofel om. Het jofele zit hem vooral in de losse, spreektalige manier van vertellen en in het populaire taalgebruik.

NRC,

Ze reden de IJsselbrug over, het centrum in. Eduard merkte niet dat hij werd nageroepen door klasgenoten die het wel 'een jofel gezicht' vonden, die rare Van Lookeren op zo'n ouwe brik.

Het overspelige gras, Louis Ferron,

jofel 4.0

(informeel)

( Gezegd van zaken.)
in orde; oké

Vaste verbindingen


jofel zijn

  1. in orde zijn, oké zijn

    De geitjes dachte, dat alles jofel was, maar eentje waster zo link om de wolf te vrage se poot te late zien. De wolf snapte wel dattie fout liep astie s'n poot liet zien en drukte z'n snor maar weer. Nou most ie wat anders versinnen en hij douwde s'n poot in het meel om te late schijne oftie wit was. Toen de geitjes weer vroege om se poot te late sien, dachte ze dat alles jofel was en zeje: "Goeie soep, jongens, ope de tent".

    http://users.tijd.com/delink/,

    'Er zit een heel klein tikje in het aandrijfgedeelte. Ik denk dat een van de veertjes van de aandrijfplaat op het vliegwiel niet helemaal jofel meer is. Zou ik van de winter effe naar kijken als ik U was.'

    Het primus inter pares project, Kasper van Zuilekom,

jofel 5.0

(informeel)

op een vlotte en wenselijke, prettige wijze; voorspoedig; lekker

Combinatiemogelijkheden


met werkwoord


  • jofel gaan
  • jofel lopen

Toen de klachten met een aantal dagen verdwenen leken wou de vogel echter nog steeds niet eten [...]. De vogel is vervolgens op "proefverlof" naar huis gegaan om te kijken of heimwee misschien een rol speelde. Thuis wou hij wel mondjesmaat eten maar echt jofel ging het niet. Hij bleef veel drinken en de krop raakte enorm opgezet. Dinsdag heb ik de vogel opnieuw in de kliniek opgenomen.

http://dierenkliniek-de-toren.nl/Dagboek_van_een_dierenarts/Oktober/oktober.html,

De ploeg oogde weer als een team dat wilde winnen. Maar door de afwezigheid van Doldersum liep het achterin niet meer helemaal jofel. Vooral linker verdediger Roel Klomp was onzeker in de duels en leed vaak simpel balverlies.

Meppeler Courant,