keun


keun 1.0

afbeelding

Source: JJ Harrison
( CC BY-SA 3.0 )

((vooral) in België)

zoogdier dat verwant is met de haas, met lange oren, grote snijtanden, een wollige vacht en een klein, eveneens wollig en vaak opgericht staartje en dat zowel in het wild voorkomt als wordt gehouden als kleinvee of als huisdier; konijn

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een keun…

is een zoogdier; is een dier

      Wetenschappelijke naam: Oryctolagus cuniculus

      Rijk Animalia; Dieren
      Stam Chordata; Chordadieren
      Klasse Mammalia; Zoogdieren
      Orde Lagomorpha; Haasachtigen
      Familie Leporidae; Hazen en konijnen
      Geslacht Oryctolagus
      Soort Oryctolagus cuniculus

      Algemene voorbeelden


      "Als het vrouwke content is, ik ook", loog hij. Intussen heeft hij - naast het poepen lijk een keun - een voltijdse baan aan het bijmaken van kamers, zodat iedereen z'n eigen stek heeft in een nochtans doorsnee woning.

      Het Nieuwsblad,

      Ons keun heeft de kabel van de TV doorgebeten.

      http://www.vlaamswoordenboek.be/definities/term/keun

      Van hazen, keuns en witte kerstdagen is een komisch toneel in drie bedrijven over de dagdagelijkse toestanden van vroeger en nu, geplaatst in een typische sfeer rond Kerstmis.

      http://www.nieuws.be/nieuws/Van_hazen_keuns_en_witte_kerstdagen_9bd4452f.aspx,

      'Hoe heet dat beest ook weer?' 'Een gans?' 'Nee.' 'Een lemming?' 'Maar neen, Fazio! Ik zou het anders duizend keer zeggen.' 'Heeft het pluimen?' 'Nee. Een vacht.' 'Een keun .' 'Een wat?' 'Een keun. Je weet wel, een keun.'

      De droogte, Herman Brusselmans,

      'Het vel van de beer godbetert... Waarom niet het vel van het keun?' 'Het wat?' 'Het keun.' 'Ja, dat diertje heeft ook een mooi vel.' 'Daar worden vele jassen van gemaakt. De dieren zijn altijd de eerste slachtoffers van de jassenindustrie.'

      De droogte, Herman Brusselmans,

      Woordfamilie


      Als deel van een afleiding