klerenkast


klerenkast 1.0

afbeelding

Bron: Matthew Paul Argall
( Publiek domein )

kast voor het opbergen van kleren

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een klerenkast…

is een kast

  • [Constructie] bestaat vaak uit een deel waarin de kleren op planken kunnen worden neergelegd, het zogeheten leggedeelte, en een deel waarin de kleren aan een of meer roedes kunnen worden opgehangen, het zogeheten hanggedeelte
  • [Functie] dient voor het opbergen van kleren
  • [Plaats] staat vaak in de slaapkamer
  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is vaak aan de binnenkant of de buitenkant voorzien van een spiegel

Hoofdsemagram: kast


Algemene voorbeelden


Hij stond op, liep naar de klerenkast en haalde er een schoon T-shirt uit.

De asielzoeker, Arnon Grunberg,

Terwijl hij zich traag en zorgvuldig afdroogde keek hij naar zijn lichaam in de spiegel van de klerenkast.

Verbroken zwijgen, J. Bernlef,

De drie meisjes liepen daarop naar de grote slaapkamer waar zich de klerenkasten van Sarah en Diana bevonden.

Avonturen op Ibiza, Theo Kars,

Uit haar klerenkast stal ik een schone beha en vulde die op met maandverband, zodat hij me paste.

Het verrotte leven van Floortje Bloem, Yvonne Keuls,

Combinatiemogelijkheden


als object bij een werkwoord


  • de klerenkast openen

De zuster opende de klerenkast. Daar hingen al haar jurken, haar truitjes, haar beide mantelpakjes, haar sjaaltjes, haar winterjas. En op een plank lagen haar hoedjes.

Twee vorstinnen en een vorst, R.J. Peskens,

met adjectief ervoor


  • een gammele klerenkast

Ze slepen een gammele klerenkast die vol houtworm zit uit het huis.

De jongen die alles goed wou denken, Ben Faccini,

  • een grenen klerenkast
  • een ruwhouten klerenkast

Het enige in dit huis wat aan hen herinnert: haar gerafelde bh'tje in de onderste la van de ruwhouten klerenkast boven, Harry's blauwe spijkerbroek met glimmende knieën, zijn kapotte grijze sweater en een paar uitgelopen leren sandalen.

Buiten is het maandag, J. Bernlef,

En haar stem kaatste van het namaakempire bureau naar de tekening van Marlene Dumas die daarboven hangt, voorstellende een uit een inktvlek opgewerkt vrouwengezicht dat haar liefde aanbiedt door de marge te kussen, precies waar zich Davids hart bevindt, tikte tegen de geloogd grenen klerenkast, ritselde even in de zwarte luxaflex aan de grachtkant, vloog door de open deur, kaatste via de muur de gang in, rinkelde in de keuken en verdween door de kier in een raam naar buiten waar ze in een rimpeling van het water ophield te bestaan.

Een soort Engeland, Robert Anker,

  • een grote klerenkast

De sloten klikten en Slamans voeten trapten met woedende uithalen de koffer onder de grote klerenkast.

De hemelvaart van Massimo en Lui oog, Oek de Jong,

  • een oude klerenkast

De enige andere meubelstukken waren een oude klerenkast en een eenvoudige houten tafel met twee stoelen.

De wolvenlus, Nicholas Evans,

  • een volle klerenkast
  • volle klerenkasten

Bijna al wat ik zag verbaasde mij: de ongehoord volle klerenkasten, de vele middelen en middeltjes op de glazen rand boven hun wastafel, alsmede die wastafel zelf: een luxe die niet voorhanden was in de President Steynstraat, waar nog de wet van het apewasje gold.

Het woeden der gehele wereld, Maarten 't Hart,

met adjectivisch voltooid deelwoord


  • een geopende klerenkast

Het nachthemd dat in een geopende klerenkast hangt bijvoorbeeld, met de borsten van degene die het droeg er nog in.

NRC,

in voorzetselgroep


  • in de klerenkast

Thuis deed ze eerst de boodschappen weg. De melk in de ijskast, het brood in de trommel. De nieuwe rok op een hangertje in de klerenkast. Even kijken, ja, dat truitje kleurde er precies bij.

Het wil nog maar niet zomeren, Hannes Meinkema,

De kleren moesten in de klerenkast, de schoenen op rij, nooit stond vaatwerk langer dan een halve dag in de keuken.

Vliegen in een spinnenweb, Fernand Auwera,

Vaste verbindingen


in de klerenkast duiken

  1. de klerenkast openen om te zien of er geschikte kleding in te vinden is

    Hij had geprobeerd deemoedig te zijn, zich te onderwerpen, als een echtgenoot had hij gedacht, en was opnieuw in haar klerenkast gedoken, niet wetend waar hij het geduld nog vandaan moest halen.

    Hokwerda's kind, Oek de Jong,

een vrouwelijke klerenkast

  1. een klerenkast van een vrouw

    De inloopkast had schuifdeuren met spiegels erop. Ik trok ze open en verwachtte de geur van een vrouwelijke klerenkast, die lichte vleug oude parfum die aan jasjes bleef hangen die één keer gedragen zijn en terug op de knaapjes worden gehangen voor ze hun weg naar de stomerij vinden.

    Crisis four, Andy McNab,

Woordfamilie


Als deel van een afleiding


klerenkast 2.0

kamer die eigenlijk te klein is om fatsoenlijk in te kunnen leven; kleine kamer

Betekenisbetrekking


metafoor
Betrokken betekenissen 1.0 : 2.0

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een klerenkast…

is een kamer

  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is eigenlijk te klein om fatsoenlijk in te kunnen leven
  • [Voorbeeld of specimen] is bijvoorbeeld een cel, maar kan ook een studentenkamer zijn

    Hoofdsemagram: kamer


    Algemene voorbeelden


    Als hij echt zo machtig is, moet iemand me eens vertellen waarom hij hier terechtstaat, waarom hij al jarenlang is opgesloten in een veredelde klerenkast.

    De mensheid zij geprezen, Arnon Grunberg,

    klerenkast 3.0

    iemand die heel groot en breed is

    Betekenisbetrekking


    metafoor
    Betrokken betekenissen 1.0 : 3.0

    Semagram (extra betekenisinformatie)


    Een klerenkast…

    is een persoon

    • [Uiterlijk] is groot en breed

      Algemene voorbeelden


      Sara daarentegen staat pal. Zij wijkt geen centimeter en meet zich een blijf-van-mijn-lijfhouding aan. En daar heeft zo'n klerenkast blijkbaar respect voor. Tot nog toe zijn ze altijd afgedropen.

      NRC,

      Combinatiemogelijkheden


      met adjectief ervoor


      • een grote klerenkast

      Het profiel van de barkeeper, een grote klerenkast van een neger met vochtige lippen en brede schouders, tekende zich tegen de bruine achterwand af.

      Engelen van het duister, Jan Siebelink,