kneukel 1.0
((vooral) in België)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een kneukel…
is een gewrichtsknobbel
Algemene voorbeelden
Op school houdt de treurnis aan. Gerard is linkshandig en krijgt stokslagen op de kneukels te verduren.
De man omklemde de rand van de getuigenbank tot zijn kneukels er wit van zagen.
Gorilla's zijn viervoeters, die leunen op de buitenkant van hun voetzolen en op de kneukels van hun handen.
Combinatiemogelijkheden
in voorzetselgroep
- met zijn kneukels op iets slaan
- met zijn kneukels op iets tokken
- met zijn kneukels op iets tokkelen
Omdat het buiten bijna vroor, waren de gordijnen dichtgeschoven. Je kon alleen door de deur naar binnen kijken. Van In tokkelde met zijn kneukels op het glas. 'Je zult je wel vergist hebben', zei Hannelore, toen hij geen gehoor kreeg.
Ze beginnen met hun kneukels op onze motorkap en op ons dak en op ons kofferdeksel te tokken en vervolgens proberen ze door de zijruitjes naar binnen in onze auto te loeren.
"En jij? Ben jij gelukkig, Barbara?" Ik wil 'nee' zeggen, maar bedenk dat er sindsdien veel veranderd is. "Misschien", aarzel ik nog. "Ik weet het niet." "Jij met je verdomd misschien." Hij slaat met witte kneukels op tafel.
Vaste verbindingen
iemand op de kneukels tikken, slaan, kloppen
-
eigenlijk: iemand met een lineaal e.d. bij wijze van straf op de knokkels of vingers tikken
Ze wisten eerst niet goed wat denken, durfden niet goed te lachen. Het was tenslotte de bovenmeester. De strenge, zwarte man, die zo hard met een regel op de kneukels kon kloppen als hij dacht dat ge iets hadt misdaan!
-
figuurlijk: iemand terechtwijzen, bestraffen
Zo is er het felle God in a Cage, dat worstelt met honderd-en-één duivels waar talentvolle jongelui al eens mee worstelen: alles willen hebben, alles willen kunnen en de wereld en passant een neus zetten. Maar toch bang zijn dat de wereld je ondertussen pijnlijk op de kneukels tikt.