nomen


nomen 1.0

(wetenschap; taal en taalkunde)

naamwoord, vooral zelfstandig naamwoord

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een nomen…

is een woord; is een taaleenheid

      Algemene voorbeelden


      Een tweede belangrijke storende factor bij werkwoordfouten is de storende aanwezigheid van een nomen dat op de cruciale morfosyntactische kenmerken van het subject verschilt (b.v. eerste persoon versus derde persoon).

      www.klasse.be/archieven/extra/Tekst/ 2000-09-01/werkwoordspelling.doc,

      Nederlandse luisteraars zouden geleerd moeten hebben dat een lidwoord niet hoeft te kloppen met het eerstvolgende nomen, zeker niet in een proefsituatie met louter samenstellingen waarin altijd nog een tweede nomen volgt.

      http://www.fon.hum.uva.nl/rob/FonetischeVereniging/DagvdFonetiekAbstracts.html#1000

      In het eerste deel schetst Joosten een taalkundig "individueringsmodel" dat een onderscheid maakt tussen denotationele, conceptuele en syntactische eigenschappen van nomina. Tegen de traditionele opvatting in, waarin bovengenoemde nomina allemaal onder één grote noemer collectiva worden samengenomen, pleit hij voor een terminologisch onderscheid tussen (strikter gedefinieerde) collectiva (comité, kudde, archipel) en aggregaatsnamen (vee, fruit, lingerie).

      http://www.kuleuven.ac.be/doctoraatsverdediging/0203/057.htm,

      Woordfamilie


      Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen


      nomen 2.0

      naam

      Spreekwoorden