onzin


onzin 1.0

denkwerk, meestal geuit in de vorm van een bewering, een verhaal, een betoog, een theorie, en dergelijke, dat de toets van de rede of de werkelijkheid niet kan doorstaan, dat niet ter zake is, of dat flagrant onjuist is; nonsens

Semagram (extra betekenisinformatie)


Onzin…

is denkwerk

  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] komt voor in de vorm van een bewering, een betoog, een theorie, een relaas
  • [Onstoffelijke eigenschap algemeen] is flagrant in strijd met de rede of met de feiten of is volkomen irrelevant
  • [Waardering] wordt beschouwd als dom; wordt erger geacht dan gewone onwaarheid

    Algemene voorbeelden


    'Alle profeten, goeroes, patriarchen, heilige vaders en andere religieuze en wereldlijke verlossers zijn een gesel van de mensheid,' zei hij. 'Het is al een gemeenplaats, maar we moeten die blijven herhalen: zij zijn de eerstverantwoordelijken voor de dood van zo'n zeventig miljoen mensen in de twintigste eeuw. Die zijn over de kling gejaagd in naam van de vrijheid, de vooruitgang, het bolsjewisme, het antibolsjewisme, de nationale superioriteit, het edele ras en meer van die onzin.'

    Alles wat het geval is, Milo Anstadt,

    Het stuk werd niet geplaatst omdat de hoofdredactie hem opdroeg een professor te interviewen die bij voorbaat riep dat het hele verhaal onzin was.

    Enkele reis moeder, Bram Vermeulen,

    Combinatiemogelijkheden


    als object bij een werkwoord


    • onzin aan de kaak stellen
    • onzin aanhoren
    • onzin au sérieux nemen
    • onzin bedenken
    • onzin bestrijden
    • onzin bevatten
    • onzin beweren
    • onzin geloven
    • onzin horen
    • onzin in het oor blazen
    • onzin kletsen
    • onzin lezen
    • onzin meemaken
    • onzin opdissen
    • onzin pikken
    • onzin praten
    • onzin raaskallen
    • onzin schrijven
    • onzin slikken
    • onzin uitkramen
    • onzin uitslaan
    • onzin uitspreken
    • onzin uitventen
    • onzin uit zijn botten slaan
    • onzin uit zijn mond laten rollen
    • onzin verkondigen
    • onzin verkopen
    • onzin vermijden
    • onzin vernemen
    • onzin vertellen
    • onzin verzinnen
    • onzin weerleggen
    • onzin wijsmaken
    • onzin zwetsen

    Iedereen zou in de war zijn van de onzin die de kranten uitkraamden.

    Donderdagmiddag. Halfvier., Kristien Hemmerechts,

    Het speciale nut van deze opschudding is alleen dat een groter publiek weer eens ziet, welke onzin in 'marxistische kringen' wordt verkocht, en hoezeer die onzin lijkt op de kletspraat die hier op ruimer schaal onder de auspiciën van andere vormen van geloof verspreid wordt.

    Betrekkelijke kleinigheden, H.J.A. Hofland,

    Het is heel moeilijk om over exacte dingen losjes te schrijven, zodat je de aandacht van de lezer vasthoudt en toch geen onzin beweert.

    ...honderd. Ik kom, Piet Grijs,

    met adjectief ervoor


    • absolute onzin
    • achterlijke onzin
    • afgrijselijke onzin
    • aperte onzin
    • baarlijke onzin
    • bekende onzin
    • belachelijke onzin
    • beledigende onzin
    • beschamende onzin
    • bewijsbare onzin
    • bijeengeharkte onzin
    • bij elkaar geraapte onzin
    • bijgelovige onzin
    • chauvinistische onzin
    • complete onzin
    • de grootste onzin
    • de grootst mogelijke onzin
    • diepzinnige onzin
    • emotionele onzin
    • escapistische onzin
    • evidente onzin
    • extremistische onzin
    • fantastische onzin
    • gestoorde onzin
    • gevaarlijke onzin
    • goedbedoelde onzin
    • grote onzin
    • groteske onzin
    • halfzachte onzin
    • harteloze onzin
    • hedendaagse onzin
    • hoogdravende onzin
    • ijdele onzin
    • infantiele onzin
    • intelligente onzin
    • je reinste onzin
    • klaarblijkelijke onzin
    • klinkklare onzin
    • kwaadwillige onzin
    • kwijlende onzin
    • lachwekkende onzin
    • manifeste onzin
    • moderne onzin
    • modieuze onzin
    • mystieke onzin
    • obscure onzin
    • onbegrijpelijke onzin
    • onbenullige onzin
    • ongerijmde onzin
    • onwaardige onzin
    • opgeklopte onzin
    • pretentieuze onzin
    • pure onzin
    • racistische onzin
    • regelrechte onzin
    • romantische onzin
    • sentimentele onzin
    • statistische onzin
    • stichtelijke onzin
    • stuitende onzin
    • talentloze onzin
    • theatrale onzin
    • totale onzin
    • truttige onzin
    • verbijsterende onzin
    • volmaakte onzin
    • volslagen onzin
    • volstrekte onzin
    • zweverige onzin

    Kon je dan zeggen dat de natuur, via een omweg, via deze aandoening bij dat meisje, wraak nam? Complete onzin. Die ziekte had geen betekenis.

    Engelen van het duister, Jan Siebelink,

    Wat Spade in The Maltese Falcon en Marlowe in The Big Sleep flikten klinkt nu als klinkklare onzin maar de romans zijn weer in druk omdat Hammett en Chandler net als Conan Doyle een tijd en een plaats beschreven.

    De doosjesvuller en andere vondsten, Janwillem van de Wetering,

    in voorzetselgroep


    • naar onzin luisteren
    • tegen onzin ingaan
    • ophouden met die onzin
    • stoppen met die onzin
    • uitscheiden met die onzin

    April is achter de rug, zegt hij, tegen ons, tegen zichzelf, of liever nog: stelt hij vast ("all fools slaughtered" en dat betekent natuurlijk ook dat hij niet meer naar onzin zoals religieuze zekerheden hoeft te luisteren: die tijd heeft hij gehad), de lente is voorbij, de herfst is nog ver, en dat bedoelt hij vanzelfsprekend allemaal symbolisch.

    Oprechter trouw, Henk Romijn Meijer,

    De meerderheid vindt eigenlijk ook dat Zwarte Pieten niet per se Marokkanen hoeven te zijn. 'Maar het mag wel?' vraagt de voorzitster, en ze vertelt haar plan. Ze zal twee oudere Marokkaanse jongens uit de buurt vragen de rol van Zwarte Piet op zich te nemen […]. 'Mijn klomp breekt alweer.' Dit is Paula weer, die haar mond niet kan houden. 'Dat kun je niet maken! Je zult op je huidskleur worden aangesproken! Als die jongens niet weigeren, zijn ze gek.' 'Nou nou nou,' zegt de voorzitster […]. Het geroddel gonst al diezelfde avond in de kantine […]. Een man met een lach in zijn stem complimenteert Paula met wat hij haar moed noemt. 'Goed dat je tegen die onzin inging.'

    Kriblijn, Barber van de Pol,

    Samenvattend moet ik constateren dat de firma oiko-biologica een ordinair kwakzalversbedrijf is: ze bestaan van mensen die toch al ziek en kwetsbaar zijn bang maken met geleerde onzin, en ze daarna voor veel geld waardeloze rommel verkopen.

    http://www.skepsis.nl/s-frames.html,

    met voorzetselgroep


    Voorzetsel: over

    • onzin over iets

    Ik vind het dan ook moeiijk te begrijpen dat zoveel verstandige mensen de afgelopen twee jaar zo verschrikkelijk veel onzin over het klonen van mensen hebben geschreven en gezegd.

    http://www.ub.rug.nl/eldoc/dnpp/pp/vvd/lire/3905/p001.pdf

    met substantief ervoor


    • dat soort onzin
    • een hoop onzin

    Met de haren worden deze drie getuigen van actualiteit erbij gesleept. Zonder die drie had het boek inderdaad in 1932 of 1982 geschreven kunnen zijn in plaats van in 1972. Er staat een ongebruikelijke hoop onzin in dit boek [...]. De taal van het boek is erbarmelijk.

    ...honderd. Ik kom, Piet Grijs,

    'Hoe ben je [...] terug naar de bank gekomen?' 'Ik heb gelopen.' 'Is er een reden waarom je terug naar de bank bent gelopen? Ik hoorde daarnet een collega zeggen: omdat een misdadiger altijd terugkeert naar de plaats van de misdaad.' 'Hopelijk wordt zo'n idioot binnenkort ontslagen. Wie dat soort onzin uitkraamt is het niet waard dat hij bij de politie zit. Ik ben terug naar de bank gelopen om te zien hoe het met m'n vriend Taaf zat.'

    De droogte, Herman Brusselmans,

    met ander, nevengeschikt substantief


    • onzin en flauwekul

    Ja ja, die Luijters! Jarenlang, zo schrijft hij elders, gezeten in mijn achtertuin [...] heb ik hardnekkig volgehouden: poëzie, dat is onzin en flauwekul, maar passie blijkt, godlof, nog altijd mogelijk.

    De bierkaai. Kladboek 2, Jeroen Brouwers,

    voorafgegaan door als


    • iets als onzin afdoen
    • iets als onzin bestempelen

    Het is bijzonder makkelijk voor blanken om het probleem van hekserij als onzin af te doen, zegt het enige blanke lid van de speciale onderzoekscommissie, de rechtsgeleerde Koos van den Hever.

    De Standaard,

    overig


    • iets onzin vinden

    Tot slot had het blad ook nog gebeld met Anna Bosch-Reitz, gevangenispsychiater in Grootaldegonde, die al die Balkan-theorieën totale onzin vond.

    Dovemansoren, Rinus Ferdinandusse,

    Vaste verbindingen


    allemaal onzin

    1. meestal gebruikt als afwijzende reactie op een voorafgaand betoog

      Mark Eyskens (CDV) twijfelt aan de haalbaarheid van de geheimhouding. Allemaal onzin, vindt het Forum voor Vredesactie: of er wapens liggen en hoeveel dat er zijn, doet niets meer ter zake.

      http://www.gva.be/dossiers/-k/kleinebrogel/dossier.asp

    onzin

    1. gebruikt als categorische afwijzende reactie tegen een vooraf gedane bewering

      'Ons huwelijk is niet meer te redden, daarvoor is er te veel gebeurd.' 'Onzin,' vindt zijn zus.

      Dossier vrouwenhandel, Ed van Eeden,

    wat een onzin

    1. gebruikt als sterk afwijzende reactie op een voorafgaande bewering

      Ze denkt aan Marco's woorden: tussen Romeo en Julia is het ook nooit meer wat geworden. Wat een onzin, denkt Fleur, die kozen juist wel voor elkaar.

      Westenwind, Simone Duwel,

    Woordfamilie


    Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen


    Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen


    onzin 2.0

    gepraat zonder veel inhoud of belang

    Semagram (extra betekenisinformatie)


    Onzin…

    is gepraat

    • [Functie] dient vaak louter als tijdverdrijf
    • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] kan vervelend zijn of aangenaam
    • [Onstoffelijke inhoud] handelt over niets belangwekkends
    • [Waardering] wordt niet ernstig genomen

    Algemene voorbeelden


    Ik buig me over hem en druk een zachte kus in zijn haren en fluister hem de mooiste onzin toe en zie je wel! Hij zal ontwaken, maar als ik me opricht weet ik eindelijk dat hij ons niet meer kán toebehoren.

    Het tranenmeer, Elisabeth Marain,

    Combinatiemogelijkheden


    als object bij een werkwoord


    • onzin bedenken
    • onzin horen
    • onzin in het oor blazen
    • onzin kletsen
    • onzin lezen
    • onzin opdissen
    • onzin praten
    • onzin raaskallen
    • onzin schrijven
    • onzin uitkramen
    • onzin uitslaan
    • onzin vertellen
    • onzin verzinnen

    In al die jaren dat ik bij de zenuwarts gehangen, geklaagd, gezwegen, onzin gepraat en gehuild had, was ik geen steek verder gekomen.

    Het geheim van Eberwein, Boudewijn Büch,

    met adjectief ervoor


    • emotionele onzin
    • fantastische onzin
    • halfzachte onzin
    • infantiele onzin
    • je reinste onzin
    • kwijlende onzin
    • lachwekkende onzin
    • onbenullige onzin
    • romantische onzin
    • sentimentele onzin
    • theatrale onzin
    • truttige onzin

    Dat meisje wou na een paar van die brieven niet meer met me praten omdat ze zich vreselijk beledigd voelde en nog zo van die sentimentele onzin meer.

    Over de uitvinding van de vttt, Koenraad Goudeseune,

    met substantief ervoor


    • dat soort onzin

    'O niks bijzonders,' zei Hella luchtig, 'dat ze me missen en dat soort onzin.'

    De meisjes van de suikerwerkfabriek, Tessa de Loo,

    Vaste verbindingen


    onzin in pakjes

    1. ( (vooral) in België)
      een mooi voorgestelde, maar volslagen onzinnige bewering

      Synoniem: zever in pakjes

      Olijf leest nooit. "'t Is al onzin in pakjes', beweert de stomkop met een ernstig gezicht.

      De verdwazing, Andreas Roels,

    Woordfamilie


    Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen


    Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen


    onzin 3.0

    bezigheid, hetzij voorgenomen, hetzij werkelijk verricht, die geen nut heeft, die nergens toe leidt, die haar doel voorbijschiet, die louter tijdverlies oplevert

    Semagram (extra betekenisinformatie)


    Onzin…

    is een activiteit

    • [Ontstaan] is soms een traditie, een gebruik of een gewoonte
    • [Oorzaak, reden of aanleiding] is vaak het gevolg van een verkeerde inschatting
    • [Gevolg of resultaat] leidt meestal niet tot het beoogde doel
    • [Waardering] wordt als niet zinvol ervaren

    Algemene voorbeelden


    Ze voelde zich niet ziek. Waarom moest ze naar het ziekenhuis? Waarom dan niet naar dat in Velp? Dat was haar veel vertrouwder. Die hele opname was onzin. Het liefst had ze de ambulance laten omkeren.

    Engelen van het duister, Jan Siebelink,

    Hotel de Wijngaard deed niet mee aan de onzin van het verstrekken van ochtendbladen, dus ging de Commissaris eerst de straat op naar de kiosk.

    Dovemansoren, Rinus Ferdinandusse,

    Combinatiemogelijkheden


    als object bij een werkwoord


    • onzin uithalen

    'Is het al begonnen,' vraagt de baby dom als hij komt binnenschuiven. 'Die twee halen maar wat onzin uit,' zegt Rembrandt. 'Ik moet een heel prachtig hert voorstellen.' 'Maar u hebt ook heel mooi haar, ' zegt de baby zacht met een steelse blik naar ons. 'Zilver, net als mijn moeder.' 'Nou, een hert heeft anders meer een gewei dan een kapsel.'

    De kus, Jan Wolkers,

    met adjectief ervoor


    • belachelijke onzin

    Hij is een voorbeeld van de wetenschapsman die aan het eind van de jaren zestig niets te maken wilde hebben met de politisering van de universiteit, het allemaal belachelijke onzin vindt omdat het de voortgang van rustig wetenschappelijk werk belemmert.

    De bierkaai. Kladboek 2, Jeroen Brouwers,

    met substantief ervoor


    • dat soort onzin

    Toen begon ik over het strand te rennen en spreidde mijn armen en dat soort onzin.

    Lachen; Marlene Dietrich; Plattegrond van de oppervlakte, Dave Goldstein,

    in voorzetselgroep


    • ophouden met die onzin
    • stoppen met die onzin
    • uitscheiden met die onzin

    Hij pakte het masker dat ze in een hoek had gegooid en hield het voor zijn gezicht. 'Zie je het?' vroeg hij. 'Houd op,' zei ze, 'houd op met die onzin.' Beck zette het masker op.

    De asielzoeker, Arnon Grunberg,

    overig


    • iets onzin vinden

    Er is een groot pakket bij dat Paul voor Alma uit de taxi moest halen. Het is voor Ellen. Het is een cd-speler [...]. Hoe weet ze dat ik zoveel geef om muziek? Johan vond het onzin, ze hadden toch de platenspeler, bovendien luisterde hij nooit naar die herrie, en duur ook, die dingen.

    Het meesterstuk, Anna Enquist,

    Woordfamilie


    Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen


    Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen


    onzin 4.0

    toestand die wordt ervaren als niet zinvol, en daarom als vervelend of hinderlijk

    Semagram (extra betekenisinformatie)


    Onzin…

    is een toestand

    • [Waardering] wordt zinloos, vervelend, hinderlijk bevonden

      Algemene voorbeelden


      Je een beetje bij elkaar zitten vervelen op een verjaardag, wat een onzin.

      Een soort Engeland, Robert Anker,

      Woordfamilie


      Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen


      onzin 5.0

      taal, hetzij gesproken, hetzij geschreven, die alleen een vorm en geen betekenis heeft

      Semagram (extra betekenisinformatie)


      Onzin…

      is taal

      • [Samenstelling] bestaat alleen uit spraakklanken of schrifttekens die niet tot een bestaande taal behoren
      • [Onstoffelijke eigenschap algemeen] heeft geen betekenis

        Algemene voorbeelden


        Priem was uiterst taalgevoelig, kon daarbij de mooiste onzin zeggen in namaakdeens of in pseudogrieks en had als taak de manuscripten van Marnix Gijsen van 'enkele' Vlaamse uitdrukkingen te ontdoen.

        De koorddanseres en andere herinneringen, Rico Bulthuis,

        Drie dichters met tussenpozen van vijftien jaar geboren: Werkman Vestdijk en Hanlo schreven "Loemoem lammoem laroem lakoem' "Marche funèbre' (verder geen woord Frans bij), en het welbekende "Oote.' Je zou zo zeggen dat drie, overigens onvergelijkbare, dichters als ze onzin gaan schrijven drie totaal verschillende kanten uitgaan.

        ...honderd. Ik kom, Piet Grijs,

        onzin 6.0

        begrip dat alleen als geloof of in de verbeelding bestaat, en niet in de werkelijkheid

        Semagram (extra betekenisinformatie)


        Onzin…

        is een begrip

        • [Bestaansvorm of zijnsorde] bestaat alleen in de verbeelding, als geloof of in theorie
        • [Waardering] wordt niet ernstig genomen

          Algemene voorbeelden


          Reïncarnatie was onzin en God bestond niet.

          De laatste woorden van Leo Wekeman, Yves Petry,

          Woordfamilie


          Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen


          onzin 7.0

          zaken waarvan men het belang of het nut niet inziet, die vaak hinderlijk zijn, en waar men dan ook vaak een hekel aan heeft

          Semagram (extra betekenisinformatie)


          Onzin…

          zijn zaken

          • [Waardering] wordt vaak als hinderlijk ervaren en wekt wrevel op
          • [Belang] is nutteloos, onbelangrijk

            Algemene voorbeelden


            Toen ze laatst in het nieuwe huis bezig waren, kon hij alleen maar aan hekjes en andere onzin denken.

            Westenwind, Simone Duwel,

            Zinloze ondernemingen om iets in stand te houden wat zijn bestaansrecht al lang verloren had, een jongensspel met alle bijkomende onzin van dien: kniebroeken en sportkousen, kampvuurtjes en boomhutten, Rilke en Trakehner hengsten.

            Het overspelige gras, Louis Ferron,

            Woordfamilie


            Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen


            onzin 8.0

            zaken die banaal, triviaal, oninteressant, niet het noemen waard zijn

            Semagram (extra betekenisinformatie)


            Onzin…

            zijn zaken

            • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] zijn vaak elementaire zaken die het noemen of bespreken niet waard zijn
            • [Belang] zijn van gering belang

              Algemene voorbeelden


              In de boodschappentas die ik meedroeg om wat onzin als een kropje salaad of een pakje koffie in te stoppen, lag m'n transistorradio.

              Het blije lijden, Alex Rosseels,

              onzin 9.0

              gebrek aan zin of nut

              Semagram (extra betekenisinformatie)


              Onzin…

              is een gebrek; is een eigenschap

              • [Specificatie of referentiekader] heeft te maken met de zin, het nut, het doel van iets

                Algemene voorbeelden


                En zo bedoel ik maar; zo slingeren we van zin naar onzin, of misschien worden we geslingerd, van onschuld naar schuld, of misschien zijn we gewoon maar onvast ter been, van hoop naar wanhoop, dronken zeker, van inzicht naar dwaasheid.

                De dronken kanarie, Jan Gerhard Toonder,

                Combinatiemogelijkheden


                met voorzetselgroep


                Voorzetsel: van

                • de onzin van iets

                Het gaf hem, dacht hij, iets onoverwinnelijks. De gezichten van de mannen in de auto, die hem tegemoet kwamen en hij wist dat zijn leven, de onzin ervan, het juiste was.

                Rituelen, Cees Nooteboom,

                Vaste verbindingen


                zin en onzin van iets

                1. de zinvolle of nuttige en de zinloze of onnuttige aspecten van iets

                  Hij vraagt het als ze hardop mijmert over de zin en de onzin van idealen, dat laatste als tegemoetkoming aan hem.

                  Kriblijn, Barber van de Pol,