overgrootmoeder

Eigenlijk heette ze Maria Louise, landgravin van Hessen-Kassel. Ze was de overgrootmoeder van koning Willem I en als zodanig de 'stammoeder van ons vorstenhuis'.

Mijn vader heeft zijn overgrootmoeder nog gekend, en die was een slavin.

Bovendien had mijn overgrootmoeder achterop de naam gezet van haar overgrootvader van moederskant.

Uw overgrootmoeder beloofde in de oorlog tegen Pruisen dat Insulinde onafhankelijk zou worden.

Haar overgrootmoeder was een weeskind bij de nonnetjes.

Het zijn briljant vertelde, onveranderlijk trieste verhalen over de generaties van Ruby's overgrootmoeder Alice en grootmoeder Nell.

En toen heb ik gezegd wat mijn moeder, en grootmoeder, en overgrootmoeder door de eeuwen heen hebben gezegd: dat het iets is waar je je als vrouw in hebt te schikken.

Onze grootmoeders en overgrootmoeders kunnen zich nog wel de tijden herinneren, waarin de kersverse moeders gedurende een aantal weken na de bevalling werden ingebonden in katoenen sluitlakens om de buikspieren te ondersteunen en te helpen in de oude positie terug te komen.

Hoe we hun ook probeerde duidelijk te maken dat we ons best deden, dat we vast zaten op onze logge bureaucratie, dat we bezig waren met de aanvraag van schuldenbemiddeling, dat ik gezien mijn lichamelijke toestand zes ampère niet aan zou kunnen omdat [...] je honderd jaar terug gecapituleerd wordt, nl. in overgrootmoeders tijd, het bleef te nemen of te laten.

Amfibieën in de streek: kikkers, padden, hagedissen en slangen kregen vaak een hoofdrol toebedeeld in de griezelverhalen uit overgrootmoeders tijd.

Tussendoor wordt Antonia overgrootmoeder en komen we aan de weet wie haar levensverhaal aan ons vertelt.

Moeder! Ik wil moeder worden! En grootmoeder! En overgrootmoeder; al is het daarvoor te laat, vrees ik, veel te laat.