paradepaardje


paradepaardje 1.0

iets of iemand waarmee men pronkt of herhaaldelijk uitpakt; pronkstuk
Zie ook : paradepaard

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een paradepaardje…

is een persoon; is een zaak

      Algemene voorbeelden


      Het paradepaardje van Ikea Amsterdam: een aantal vierkante meters showroom waar de gebruikelijke verkooptechnieken overboord zijn gegooid en waar onder het motto 'design with love' de klant de bekende Ikea-lampen en kastjes van een heel andere kant te zien krijgt.

      Het Parool,

      Aanleg van een lightrail is het paradepaardje van het hoogwaardig openbaar vervoer dat de noordelijke bestuurders in petto hebben voor de regio Groningen-Assen.

      Nieuwsblad van het Noorden,

      Illusionist Jean Lemondo is het paradepaardje in Fata Morgana, maar voor de echte ouderwetse variété ben je in Wintergarten aan het goede adres.

      De Standaard,

      De wetenschap, het paradepaardje van de rationele kijk dat de westerse beschaving en dus - gezien haar dominantie - de hele wereld in een stroomversnelling heeft gebracht, is in velerlei opzicht aan een eindpunt gekomen.

      De Standaard,

      Ze moesten de paradepaardjes worden van de Belgische marinevloot, maar op de bouw van vier kustmijnenvegers rust een almaar grotere hypotheek.

      De Standaard,