pisglas


pisglas 1.0

(archaïsch)

van glas vervaardigde fles waarin iemand die bedlegerig is zijn urine kan lozen; glas, fles, kolf voor het opvangen van urine, vooral gebruikt voor bedlegerige patiënten; urinaal; in historiserend verband ook: kolf waarin urine wordt bewaard om die te onderzoeken
Het woord komt weliswaar voor in woordenboeken, het Groene Boekje (2005) en andere woordenlijsten, maar speelt - afgezien van historiserende teksten - in het huidige Nederlands nauwelijks nog een rol.

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een pisglas…

is een glas; is een gebruiksvoorwerp; is een voorwerp

      Algemene voorbeelden


      De omloopzuster liep even weg en kwam terug met een urinaal. Kurth ging wijdbeens staan. Ze dook onder zijn groene jas, trok zijn broek omlaag en stopte zijn geslacht in de buis, om even later met een gevuld pisglas onder de tafel vandaan te komen.

      http://www.athenaeum.nl/boek-van-de-nacht/menno-lievers-de-val-van-hippocrates,

      Hoe zouden jullie het vinden als we zondag allemaal naar Nördlingen rijden en de sanitaire voorzieningen achter de Afrikanen poetsen, opdat zij zichzelf eindelijk als mensen voorkomen? Misschien ook meneer de chef-redacteur van de "Süddeutsche Zeitung". En de chef-redactrice van de "TAZ" gaat ook mee? Wel graag rubberen handschoenen en pisglazen meenemen.

      http://ejbron.wordpress.com/2013/03/07/nordlingen-asielzoekers-rebelleren-tegen-levensmiddelenpakketten-en-eisen-in-plaats-daarvan-geld/,

      Het christendom ziet Cosmas en Damianus als de patroonheiligen van artsen, apothekers en andere beroepen uit de medische sector. Zij worden daarom vaak afgebeeld met een attribuut dat daar iets mee te maken heeft. In de Martinikerk in Groningen is dat bijvoorbeeld een zogenaamd pisglas, een glazen kolf, waarin urine verzameld werd om aan de hand daarvan ziektebeelden te kunnen bepalen.

      http://nl.wikipedia.org/wiki/Cosmas_en_Damianus,