plusmama 1.0
((vooral) in België; neologisme)
vrouw die binnen een relatie de zorg voor een of meer kinderen van haar partner mede
op zich neemt; vrouw die mede voor de kinderen van haar nieuwe partner zorgt; stiefmoeder
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een plusmama…
is een moeder
Algemene voorbeelden
Vergeet het "verschrikkelijke" woord stiefouder, maar noem je extra ouders vanaf nu plusmama en/of pluspapa. Dat is de boodschap van de vzw StiefOuder, die zondag de eerste Stiefouderdag organiseert. De vereniging wil, naast de "echte" vader en moeders, voortaan ook de stiefouders een jaarlijkse feestdag geven [...]. Bij de eerste stiefouderdag hoort ook een nieuwe naam voor de betrokkenen, zo vond de organisatie.
Hoe fijn is het niet voor de plusmama of -papa, om niet meer voortdurend aan de ex van je partner te worden herinnerd, via de familienaam van het pluskind?
Etymologie
Aard herkomst | inheems woord |
---|---|
Vroegste datering | 2008 |
Benoemingsmotief | Het woord impliceert dat de nieuwe ouder een meerwaarde geeft aan het gezin. |
Bijzonderheden | Het woord is bedacht ter gelegenheid van de eerste Stiefouderdag op de laatste zondag van juni 2008. |