ramptoerisme


ramptoerisme 1.0

het uit nieuwsgierigheid of sensatiezucht reizen naar een plaats waar een ramp heeft plaatsgevonden, bijvoorbeeld een ongeluk

Semagram (extra betekenisinformatie)


Ramptoerisme…

is toerisme; is een verschijnsel

  • [Toepassingsgebied of bereik] is gericht op het bezoeken van een rampplaats

    Algemene voorbeelden


    Als de waterwerkers en de crisisteams iets hebben geleerd van de kerstoverstromingen van 1993, dan is het hoe ze ramptoerisme moeten bestrijden.

    NRC,

    De Brabantse dijkwegen langs de Maas blijven ondanks het dalende waterpeil voorlopig afgesloten voor alle verkeer. De maatregel is nodig omdat nog niet bekend is hoe het is gesteld met de dijklichamen. Bovendien wil het provinciaal coördinatiecentrum in Den Bosch ramptoerisme onmogelijk maken.

    NRC,

    Combinatiemogelijkheden


    met adjectief ervoor


    • politiek ramptoerisme

    En toen het woord beeld was geworden, was het politieke ramptoerisme onontkoombaar. Huiverend en warme woorden sprekend waadden onze bewindslieden door tienduizend gevalletjes van waterschade, tezamen een nationale ramp. Maar dat het niet alleen voor het eigen image was, bewees minister Kok. Voor het oog van de televisiecamera peilde onze minister van financiën de watersnood. Met witte driekwart laarsjes stapte hij uit zijn wankele bootje. Gloep deed de Maas. Het volgende wat we van de drijfnatte politicus vernamen was dat de aangekondigde steun voor het getroffen gebied aanzienlijk zal worden verhoogd.

    NRC,