slungel


slungel 1.0

mannelijk persoon van jonge leeftijd met een onevenredig grote lengte en smalle lichaamsbouw; lange, smalle jongeman
Vaak met de bijgedachte dat zo iemand onhandig beweegt of met slingerende bewegingen loopt.

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een slungel…

is een persoon

  • [Bouw] is onevenredig lang en smal gebouwd
  • [Leeftijd] is veelal jong en vaak nog opgroeiend
  • [Geslacht] is een man
  • [Beweging] beweegt lichaam en leden onhandig of slingerend

Algemene voorbeelden


Op zijn twaalfde lijkt hij wel zestien. Zijn lengte veroorzaakt op de technische school grote problemen. De schoolbankjes zijn niet berekend op slungels van meer dan twee meter.

NRC,

Combinatiemogelijkheden


met adjectief ervoor


  • lange slungel

Een lange slungel met smalle schouders en dunne polsen en een ontevreden gezicht.

De Hunnen. Dl. 3: Vrede, Jan Cremer,

Aan de overkant lieten lange slungels basketballen over de stenen stuiteren. Aan deze kant, de mijne, die van de lagere klassen, sleurden ventjes met veel te grote boekentassen.

Mijn tweede huid, Erwin Mortier,

Woordfamilie


Als deel van een afleiding