speciaalzaak


speciaalzaak 1.0

zaak die is gespecialiseerd in de verkoop van artikelen op een bepaald gebied; winkel met een specifiek assortiment

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een speciaalzaak…

is een zaak; is een bedrijf

  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is gespecialiseerd en kleinschalig
  • [Activiteit of handeling] biedt te koop aan
  • [Belanghebbende of begunstigde] verkoopt aan de particuliere klant
  • [Object betroffen] verkoopt artikelen op een bepaald gebied
  • [Voorbeeld of specimen] is bijvoorbeeld een schoenenwinkel, een dierenspeciaalzaak, een confiserie enz.

Algemene voorbeelden


De hoogwaardige kleine speciaalzaken lijken evenmin uit het beeld te verdwijnen na liberalisering (zie OECD 1993). Kleine winkels die zich weinig onderscheiden in termen van beschikbaarheid of assortiment ten opzichte van het grootwinkelbedrijf hebben echter onmiskenbaar terrein moeten prijsgeven.

http://www.cpb.nl/nl/pub/werkdoc/74/wd74.pdf,

Speciaalzaken verliezen klanten, ten gunste van de supermarkt. Het concept van non-stop-shopping, waarbij supermarkten steeds meer versproducten, diensten en non-food aanbieden, kost kleine middenstanders veel klanten.

de Volkskrant,

Kocht hij voorheen bij de HEMA, V&D en De Bijenkorf, nu zoekt hij speciaalzaken met collecties van Dolce Gabbana, Versace, Calvin Klein en Tommy Hilfiger.

De Telegraaf,

Combinatiemogelijkheden


met voorzetselgroep


  • speciaalzaak in meubels
  • speciaalzaak in woningtextiel

Meer bescheiden was de stijging van de omzet van wit- en bruingoed, geluidsdragers en computers (+1,7 procent) en van speciaalzaken in meubels, woningtextiel, verlichting en vloerbedekking (+2,5 procent).

Meppeler Courant,

Woordfamilie


Als deel van een afleiding


Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen