speelseizoen


speelseizoen 1.0

(sport en recreatie; politiek en bestuur)

jaarlijks terugkerende periode die bestemd is voor de beoefening en de wedstrijden van zekere sportdiscipline; deel van het jaar waarin de trainingen en competities van een sport zijn gepland

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een speelseizoen…

is een seizoen; is een periode; is een tijd

  • [Deel] bestaat uit een opeenvolging van trainingen en wedstrijden
  • [Functie] dient om wedstrijden te houden
  • [Plaats] vindt plaats in sportfaciliteiten
  • [Frequentie] keert jaarlijks terug
  • [Handelende persoon] wordt benut door sporters
  • [Object betroffen] heeft betrekking op de wedstrijden en trainingen van een sportdiscipline

Algemene voorbeelden


Eenmaal voor een team aangemelde vaste- en reservespelers blijven gedurende het gehele speelseizoen voor dat team aangemeld en kunnen tijdens het speelseizoen niet meer voor een ander team binnen dezelfde huisleague worden aangemeld.

http://www.bvkd.karrewiel.nl/pages/menuLEAGUESREGL.html

Iedere speler is gerechtigd, na het einde van elk speelseizoen, zijn transfer naar een andere club van zijn keuze aan te vragen.

http://web.wanadoo.be/vbl/regnat.htm,

Art. 1: De Vlaamse Biljartbond (VBBL) werd gesticht te Lommel op 08 augustus 1967 als vereniging zonder winstbejag (VZW) en heeft tot doel de biljartsport te bevorderen [...]. Art. 3: Het speelseizoen loopt van 1 september tot en met de eerste zaterdag van de maand juni.

http://home.pi.be/~hfaes/Regl_2003.htm,

Combinatiemogelijkheden


met telwoord erachter


Door de snelle groei van de tennisclub, die momenteel ruim 400 leden telt, was een uitbreiding van de speelcapaciteit al snel nodig [...]. Daar zal na de opening snel gebruik van worden gemaakt, want na het officiële gedeelte met het hapje en het drankje gaat de jeugd om twee uur al van start met het openingstoernooi. Op 2 april openen de senioren hun speelseizoen 1995.

Meppeler Courant,

speelseizoen 2.0

(kunst en architectuur; literatuur en theater)

jaarlijks terugkerende periode waarin theatervoorstellingen zijn gepland, veelal vanaf het najaar tot voor de zomer

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een speelseizoen…

is een seizoen; is een periode; is een tijd

  • [Deel] bestaat uit een opeenvolging van geplande toneelopvoeringen
  • [Frequentie] keert jaarlijks terug
  • [Tijd] vindt veelal plaats vanaf het najaar tot voor de zomer
  • [Object betroffen] heeft betrekking op toneelopvoeringen

Algemene voorbeelden


De helft van het speelseizoen zit er op en van zoele zomeravonden is geen sprake, maar de stemming in het theater heeft daar nauwelijks onder geleden.

Meppeler Courant,

De creatie van "The Christmas novel" van Charles Dickens uit 2002 was dit speelseizoen reeds te zien op het 'Festival Mondial des Théâtres de Marionnette' in Charleville-Mézières (Franstalige première) en op het 'Festival Internacional de Titeres' in Bilbao (Engelstalige première).

http://www.theatertaptoe.be/nieuws.html,