tronie


tronie 1.0

(pejoratief)

gelaat met een weerzinwekkende uitdrukking of lelijkheid; smoel

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een tronie…

is een lichaamsdeel

  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] heeft een weerzinwekkende uitdrukking of lelijkheid

    Algemene voorbeelden


    Op één van mijn patrouilles betrapte ik een vrouw terwijl ze hondenbrokken en bier aan het stelen was. Discreet volgde ik haar en arresteerde de dievegge aan de uitgang [...]. Ik bekeek haar tronie, een lelijke kop vol levervlekken. Haar haar zag eruit alsof het in frituurolie was geweekt.

    http://gdb.skynetblogs.be/?date=20031012=7=days,

    Combinatiemogelijkheden


    met adjectief ervoor


    • afzichtelijke tronie
    • duivelse tronie
    • gemene tronie
    • lelijke tronie
    • ongeschoren tronie
    • verwaande tronie

    Hij leek me een gewone oude man toe, aan de wandel, een frisse neus halend. Maar je weet het natuurlijk nooit. Hij kon zich best vermomd hebben en onder de nette grijze baard en de pet met oorflappen zou een afzichtelijke tronie kunnen schuilen.

    De doosjesvuller en andere vondsten, Janwillem van de Wetering,

    Tegen de avond werd het licht in de straten en onder de bomen zachter, onstabieler. De soepman met zijn vette pens en vissenogen kwam voorbij. In dat licht kreeg zelfs de gemeenste tronie nog een teder trekje.

    Engelen van het duister, Jan Siebelink,

    Woordfamilie


    Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen