werklustig


werklustig 1.0

vol werklust; met werklust; werklust hebbend; geneigd tot werken; graag werkend

Algemene voorbeelden


Vlamingen omschrijven zichzelf als pragmatisch en werklustig, de Walen zien zichzelf als kreatief en verdraagzaam.

De Standaard,

Uiteindelijk voert de UMHK haar bevoogdend beleid zo ver door, dat ze aan de creatie van een "nieuw ras" gaat werken: het tshanga-tshanga-ras van trouwe, gedienstige en werklustige arbeiders die van de wieg tot het graf en van generatie op generatie door de Union Minière worden begeleid.

De Standaard,

Ik versta zijn vermaningen zo, dat het harde werken geen doel op zich mag worden, maar aan de persoon zelf, aan diens naasten en aan de gemeenschap ten goede moet komen. Dit is geheel in overeenstemming met de redenen waarom ik speciaal de werklustige leerlingen extra aandacht zou willen geven.

http://www.aup.nl/pdf/Kohnstammlezing2000.pdf

De Labrador Retriever is een werklustige hond met een grote bereidwilligheid en een stabiel karakter.

http://www.geleidehond.nl/kngf/geschiedenis/site-txt.shtml

Woordfamilie


Als deel van een afleiding