wintergoed


wintergoed 1.0

textielproducten, veelal van dikke, warme stof die men in de winter draagt; kleren voor het winterseizoen; winterkleding

Semagram (extra betekenisinformatie)


Wintergoed…

is kleding

  • [Materiaal] is doorgaans vervaardigd van dikke, warme stof
  • [Tijd] wordt gedragen in de winter

    Hoofdsemagram: goed


    Algemene voorbeelden


    Vandaag op deze zonnige dag wil ik jullie vragen de winterkleding definitief uit de kasten te halen (die zal nu toch niet meer nodig zijn!), uit te zoeken en bij Villa Viva langs te brengen. Wij zijn begonnen met het prijzen van het wintergoed, zodat er gelijk na de zomervakantie weer volop keuze is.

    http://www.villa-viva.nl/page1.html,

    Men was niet hetzelfde als iedereen. Tot degenen die zich in het woord men lieten verdisconteren behoorden slechts mannen met een klassieke scholing [...]. De men-man rook prettig naar pas gezaagd vurenhout en kamperfoeliezeep, een enkele keer ging deze geur vergezeld van een indringende vleug mottenballenparfum, hoofdzakelijk in de maand november, wanneer men het wintergoed van zolder had gehaald en het te guur was gebleken om jas en kostuums buiten uit te laten waaien alvorens men ze aantrok.

    Mensen met een hobby, Désanne van Brederode,

    We zoeken met spoed een vrijwilliger (man) die ons af en toe kan helpen met het wisselen van de seizoenen. In de praktijk betekent dit dat we bijvoorbeeld het wintergoed gaan opruimen en het zomergoed weer gaan inruimen. Er daar is spierkracht voor nodig.

    http://www.kledingbankzwolle.nl/vrijwilligers/vacatures/21-mannelijke-hulp-voor-sorteerafdeling