witspeler

"Bij schaken is de beginzet van de witspeler kennelijk belangrijk, want die wint in verhouding toch een stuk vaker."

De witspeler speelde een slap middenspel en verloor daardoor een pion.

Vergelijk het met schaken. Dit spel bestaat uit 32 stukken, 16 voor de witspeler en 16 voor de zwartspeler, verspreid over een bord met 64 velden.

De witspeler liet zich verleiden tot het slaan van een pion met zijn dame op de zevende rij. Hierdoor stond zijn dame buitenspel en liep de witspeler een paar zetten later mat.

Tsjizjov verraste met een voorbereide opening, die leidde tot een soort Keller-variant waarmee de Rus in de aanvangsfase heel wat tijdwinst boekte. Toch kwam deze variant niet helemaal op het bord, hoewel Wiersma duidelijk aangaf wel wat voor dat speltype te voelen. Twee keer eerder kwam dit genre in deze tweekamp al voor, maar beide malen ontweken de witspelers de complicaties. Door een schijnoffer van Tsjizjov kreeg Wiersma een randschijf op veld 36 opgedrongen wat tot spanningen zou kunnen leiden.

Eén speler speelt met de witte schijven, de ander met de zwarte. Alle schijven worden verdeeld over de dichtstbijzijnde zwarte velden (dit geldt zowel voor de witspeler als voor de zwartspeler).

De witspeler kan met de te halen dam de zwarte schijf op veld 17 net op tijd tegen houden voor deze de damlijn bereikt.

Toch ziet men regelmatig combinaties uitgevoerd worden welke plotseling niet meer kloppen daar in de combinatie een andere slagwending of het verdwijnen van een schijf aan de orde is. In damdiagram 858 ziet men de witspeler winnen nadat de zwartspeler 21-27 speelde om meer druk op de linker vleugel van wit te kunnen uitoefenen. Ziet u de winnende combinatie voor de witspeler als wit begint?

Feit is wel dat het na 24....12x21 bergafwaarts ging met zwart en de witspeler uiteindelijk de overwinning pakte en daarmee een verrassende toernooiwinst.

Een steen kan niet op een snijpunt geplaatst worden wanneer dit ertoe leidt dat het bord er weer precies zo uitziet als na de vorige beurt van dezelfde speler. Dit wordt de Ko-regel genoemd. De volgende afbeelding toont zo'n stand - de zwartspeler slaat een witte steen, en de witspeler kan de zwarte steen niet terugslaan in de eerstvolgende beurt.

De witspeler, die immers het nadeel van de 2e zet had, krijgt meestal een kleine voorgift van 5 punten om dit te compenseren (komi). Om de kans op remise uit te sluiten kan hiervoor ook 5,5 of 6,5 punt worden gekozen.