annuïteit


annuïteit 1.0

(business, economie en financiën)

vast bedrag dat jaarlijks betaald of ontvangen wordt gedurende een bepaalde periode, om een groot bedrag in kleinere betaalbare eenheden te splitsen

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een annuïteit…

is een bedrag; is een hoeveelheid; is een zaak

  • [Deel] bestaat uit een deel kapitaal en uit rente
  • [Functie] dient om grote bedragen in kleinere betaalbare eenheden te splitsen
  • [Duur] wordt betaald gedurende een bepaalde periode, meestal een aantal jaren
  • [Frequentie] wordt jaarlijks betaald of ontvangen
  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is een vast bedrag

Algemene voorbeelden


Annuïteiten bestaan uit een deel kapitaal en een deel interest. Kapitaal is onbelast, interest is een roerend inkomen.

De Standaard,

Combinatiemogelijkheden


met adjectief ervoor


  • constante annuïteiten
  • vaste annuïteiten
  • de volgende annuïteiten

Aflossing met constante annuïteiten. Het bedrag van de terugbetaling van het kapitaal verhoogt elk jaar; het bedrag van de betaling van de intresten vermindert elk jaar. Het totaal bedrag (kapitaal + intresten) is echter ieder jaar hetzelfde.

http://www.buildingonline.be/pages/algemeen/redactie/kopen.asp?par=notkopen,

De aankoop wordt in acht vaste annuïteiten betaald.

De Standaard,

De eerste annuïteit van de vergoeding is forfaitair vastgelegd op 12.500 euro en wordt betaald zodra de vergunning is uitgereikt en vóór elke exploitatiehandeling. De volgende annuïteiten worden op 1 juli van elk jaar overgemaakt.

http://www.belspo.be/belspo/ostc/geninfo/publ/pub_ostc/tv/audio_nl.pdf

met telwoord ervoor


  • acht annuïteiten
  • de eerste annuïteit

De aankoop wordt in acht vaste annuïteiten betaald.

De Standaard,

De eerste annuïteit van de vergoeding is forfaitair vastgelegd op 12.500 euro en wordt betaald zodra de vergunning is uitgereikt en vóór elke exploitatiehandeling.

http://www.belspo.be/belspo/ostc/geninfo/publ/pub_ostc/tv/audio_nl.pdf

annuïteit 1.1

(business, economie en financiën)

vast bedrag dat men periodiek betaalt ter aflossing van een schuld, bv. een hypotheek, waarbij de rente naarmate de looptijd vordert minder wordt en de aflossing groter
Het bedrag wordt niet per se jaarlijks betaald, maar bv. elke maand.

Betekenisbetrekking


specialisering
Betrokken betekenissen 1.0 : 1.1

Algemene voorbeelden


In de praktijk denkt men bij het woord 'annuïteit' in Nederland echter aan een periodiek bedrag, dat niet per se jaarlijks wordt betaald. De formules hangen niet van de periode af als de rentevoet voor de betreffende periode wordt ingevuld.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Annu%C3%AFteit

Woordfamilie


Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen