basejumper


basejumper 1.0

(sport en recreatie; neologisme)

iemand die een parachutesprong maakt vanaf een bepaald punt of object, bv. een berg, een toren of een ander gebouw, en niet vanuit een vliegtuig of een helikopter; iemand die een basejump maakt

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een basejumper…

is een persoon

  • [Activiteit of handeling] maakt een parachutesprong vanaf een bepaald punt of een bepaald object, bv. een berg, een toren of een ander gebouw
  • [Onderscheid of tegenstelling] springt, in tegenstelling tot een gewone parachutespringer, niet vanuit een vliegtuig of een helikopter, maar vanaf een bepaald punt of object, en springt zonder reserveparachute

    Algemene voorbeelden


    Officier van justitie mr. J. Kerkhof eiste een boete van 567,23 euro, waarvan 340,34 euro voorwaardelijk. Die boete kreeg Ronald O. vorig jaar april ook al van de kantonrechter, maar daar was de basejumper tegen in beroep gegaan. O. zegt niemand in gevaar te hebben gebracht. Zo hadden een kennis die beneden stond en hijzelf eerst gekeken of de weg vrij was.

    Algemeen Dagblad,

    De 39-jarige basejumper deed het voor de kick. In Nederland zijn nog zo'n tien andere mensen met die hobby. "Meestal springen we van gebouwen in aanbouw. Er staat toch nergens dat je niet van een gebouw mag springen?"

    Algemeen Dagblad,

    Australische basejumper dood na sprong Maleisische toren [...]. De basejumper was aan het oefenen voor een 'internationale basesprong' op 7 oktober. Een basejumper is iemand die met een parachute van allerlei gebouwen afspringt. De organisatie zegt dat alle veiligheidsmaatregelen in orde waren. De Australische was een ervaren basejumper.

    http://zuidoost-azie.blog.nl/nieuws/2010/09/30/australische-basejumper-dood-na-sprong-maleisische-toren

    'Base-jumpen' staat bekend als een zeer gevaarlijke sport. Vindt parachutespringen gewoonlijk plaats vanuit een vliegtuig op ongeveer 5.000 meter hoogte, 'base-jumpers' doen het vanaf een gebouw van beduidend lagere hoogte.

    Woordfamilie


    Overige woordfamilieleden


    Etymologie


    Aard herkomst inheems of leenwoord
    Vroegste datering 2000
    Samenhangende woorden (vorm) basejump; basejumpen