bootje


bootje 1.0

kleine boot

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een bootje…

is een boot; is een vaartuig

  • [Afmeting] is klein
  • [Functie] wordt vooral gebruikt voor recreatie of voor het vervoer van een klein aantal personen

    Algemene voorbeelden


    Ze draagt een jurk met diepe halsuitsnijding en als ze opduikt achter het muurtje en zich vooroverbuigt om het kind te vangen... [...]. Ik moet aan wat anders denken, zo is mij dat geleerd. (De grotten van Han: naar binnen met het bootje en het kanonschot bij het buitenvaren? Niet goed. De filmzaal van mijn jeugd? Ook niet goed.) Ze vangt het kind en kijkt mij aan en lacht en blijft wijdopen staan.

    Werk, Josse De Pauw,

    Suffend in een bootje zagen we zilverreigers, koereigers, ibissen [...], flamingo's, nimmerzatten, krabplevieren, een menigte steltlopers van onze breedte die daar de winter doorbrengen.

    Het principe van nieuwsgierigheid, Dick Hillenius,

    Op de Waterweg voer een klein bootje met een knalrood licht in top van de mast.

    Het woeden der gehele wereld, Maarten 't Hart,

    Combinatiemogelijkheden


    als object bij een werkwoord


    • bootje varen

    Een belangrijk en dreigend voorgevoel hield ons als in een luchtbel opgesloten en of we nu salamanders gingen vangen of bootje vaarden, altijd zoemde daar achter de pulserende huid van de tijd, de loden stilte.

    De lange geboorte, Lut Ureel,

    Na anderhalve dag lichte aanval van claustrofobie plus absolute overtuiging dat Venetië zich nauwelijks van Disneyland onderscheidt. Gigantisch pretpark voor toeristen met uitgebreide voorzieningen om bootje te varen. Goddank ook de Biënnale bezocht.

    Een jaar als (g)een ander, Kristien Hemmerechts,

    met adjectief ervoor


    • een gammel bootje
    • een klein bootje
    • een rubberen bootje
    • een wankel bootje
    • een wrak bootje

    Het dode lichaam van Jacobus voer in een klein bootje, vergezeld van twee leerlingen, terug naar de Spaanse westkust, zijn lijk overdekt met schelpen.

    De bondgenoot, Marcella Baete,

    Met honderdduizenden vluchtten angstige Vietnamezen, vaak op kleine gammele bootjes, weg.

    De Standaard,

    De baby van Yannick François werd geboren op de kustwacht-kotter die haar op 29 juni vorig jaar op zee had opgepikt uit het wrakke bootje waarmee ze met een aantal anderen uit Pestel was vertrokken.

    NRC,

    Hij voer met zijn rubberen bootje naar het eiland.

    Het Primus Inter Pares Project, Kasper van Zuilekom,

    De enige rimpeling in het diepgroene water wordt getrokken door ons wat gammele bootje dat met loeiende motor voortspat.

    De Standaard,

    Maar weet u wat het is om 's nachts in een wankel bootje te stappen en de zee over te steken?

    Zij kwamen uit het Oosten, Chris De Stoop,

    Vaste verbindingen


    Woordfamilie


    Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen


    Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen


    bootje 1.1

    voorstelling van een bootje in de vorm van een maquette, een stuk speelgoed, een afbeelding e.d.

    Betekenisbetrekking


    metonymie
    Betrokken betekenissen 1.0 : 1.1

    Semagram (extra betekenisinformatie)


    Een bootje…

    is een voorstelling

        Algemene voorbeelden


        Tussen de beide vissers in is nog een scène uitgewerkt met twee cupidootjes die in een bootje met een net aan het vissen zijn.

        http://www.museumkennis.nl/lp.rmo/museumkennis/i000256.html

        Als hij niet in zijn stoel hing sneed hij bootjes of gooide hij rotjes.

        De dag van de jas, Nelleke Zandwijk,

        Met zijn vloot plastic bootjes speelde hij zeeslag mét storm op zee.

        Donderdagmiddag. Halfvier, Kristien Hemmerechts,

        Combinatiemogelijkheden


        met voorzetselgroep


        Voorzetsel: van

        • een bootje van papier

        Er loopt een meisje langs het strand. Ze houdt een schelpje in haar hand. Het was het lied van Marina van de zee. Ze maakt een bootje van papier. Het zal gaan varen ver van hier.

        De dag van de jas, Nelleke Zandwijk,