fezelen


fezelen 1.0

((vooral) in België)

zachtjes praten; fluisterend spreken; fluisterend kletsen

Semagram (extra betekenisinformatie)


Fezelen…

is een activiteit

      Algemene voorbeelden


      Een man die urenlang niets had gedaan dan op zijn horloge kijken en die nu geheimzinnig in een zaktelefoon zat te fezelen.

      Het goddelijke monster, Tom Lanoye,

      Losse haren van die lengte waren al even streng verboden als fezelen of stilstaan.

      Donderdagmiddag. Halfvier., Kristien Hemmerechts,

      Eén grote samenzwering. Te weinig politiek. Heren in het halfduister die fezelen met elkaar. De vorst, de premier, oude getrouwen.

      Open gelijk een mond, Jeroen Olyslaegers,

      Combinatiemogelijkheden


      met voorzetselgroep


      Voorzetsel: in

      • in je oren fezelen
      • in Guignards oor fezelen

      Dan dringt het monotone gesis van het gas opnieuw tot je door. Onophoudelijk blijft het uit de poriën van de oven stromen. Het lijkt wel een stem die in je oren fezelt. Een stem die je geruststelt. Die zegt dat er niets aan de hand is. Dat je geduldig moet zijn.

      Twee levens, Stefan Brijs,

      'We zullen zien!' weerlegt hij spottend, want hij heeft schijt aan wat de collega's beweren! Een meer betrouwbare collega, die beter wist, fezelt in Guignards oor. 'Je loopt vlak in de patron zijn armen.'

      De verdwazing, Andreas Roels,

      met bijwoord


      • druk fezelen

      Ze fezelden druk, knikten naar de moeder en fezelden verder zonder op ons of op madame De Roeck te letten.

      Koud, Geertrui Daem,

      Ze droegen hun keukenschorten nog en hun pantoffels; met de melkige armen onder de boezem gevouwen begonnen ze druk te fezelen.

      Requiem voor de geitenmelker, Robin Hannelore,

      met ander, nevengeschikt werkwoord


      • te fluisteren en te fezelen
      • te gniffelen en te fezelen

      Verschillende leden van het productieteam stonden onder elkaar te fluisteren en te fezelen, terwijl het zweet zo ongeveer van hun koppen droop.

      Uitgeverij Guggenheimer, Herman Brusselmans,

      Ze keken elkaar aan, bewogen hun wenkbrauwen op en neer, en begonnen onder hun drieën te gniffelen en te fezelen.

      Broere, Bart Moeyaert,

      Woordfamilie


      Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen


      fezelen 1.1

      ((vooral) in België)

      fluisterend zeggen
      Meestal gebruikt in combinatie met een directe rede.

      Betekenisbetrekking


      Betrokken betekenissen 1.0 : 1.1

      Semagram (extra betekenisinformatie)


      Fezelen…

      is een activiteit

          Algemene voorbeelden


          'Waarschijnlijk wel', fezelde Deleu met zijn handen in zijn haar.

          Naakte zielen, Luc Deflo,

          Naar zijn gezicht keek ze niet, terwijl ze 'Dank u wel' fezelde.

          Het goddelijke monster, Tom Lanoye,

          'Zou jij efkens...' fezelt hij in Rosa's oor, 'zou jij efkens...' Zijn hand tast naar haar hand.

          Open gelijk een mond, Jeroen Olyslaegers,

          'Misschien ken ik wel iemand die u een eind op weg kan helpen', fezelde de priester, die ten langen laatste enige betrokkenheid tentoonspreidde.

          Naakte zielen, Luc Deflo,

          Combinatiemogelijkheden


          met bijwoord


          • triomfantelijk fezelen
          • hees fezelen
          • bedachtzaam fezelen

          'Mors stupebit et natura cum resurget creatura, judicanti responsura', fezelde Jozef Hermans hees.

          Naakte zielen, Luc Deflo,

          'Ik ben een smeerlap, ik weet het', fezelde Deleu triomfantelijk.

          Naakte zielen, Luc Deflo,

          Olijf fezelt bedachtzaam: 'hij gaat een indigestie krijgen.'

          De verdwazing, Andreas Roels,

          fezelen 2.0

          ((vooral) in België)

          op bedekte wijze vertellen of rondvertellen; roddelen

          Betekenisbetrekking


          overig
          Betrokken betekenissen 1.0 : 2.0

          Semagram (extra betekenisinformatie)


          Fezelen…

          is een activiteit

              Algemene voorbeelden


              Als zij mensen hoorde fezelen over liefdesaffaires, buitenechtelijke relaties, aanhouderijen, getrouwde mannen of vrouwen die vreemd gingen, mensen die met mekaar gaan kameren, dan vroeg zij altijd aan de roddelkonten: "Oewètteda? Edder tussen gelege?" (Hoe weet je dat, heb je er tussen gelegen?).

              http://blog.seniorennet.be/angeltjes/archief.php?startdatum=1222812000&stopdatum=1225494000,

              In de wandelgangen wordt gefezeld dat ze achter de massaontslagen bij Ford Genk zat.

              http://people.cs.kuleuven.be/~jon.sneyers/abc/

              Tegen Lieske hebt ge vuile praat staan fezelen.

              Sierens & Co, Arne Sierens,

              En nu kunnen ze ginderachter nog wat fezelen. Een nieuw strijdplan uitkienen. Zelfs tot hun vertroebelde geesten zal het nu wel doorgedrongen zijn dat er met mij niet meer te sollen valt.

              Gras, Clem Schouwenaars,