frigoboxtoerisme


frigoboxtoerisme 1.0

((vooral) in België; neologisme)

het reizen naar een bepaalde bestemming met medeneming van zijn eigen levensmiddelen in een koelbox zodat er op de plaats van bestemming niets gekocht hoeft te worden; toerisme zonder op de plaats van bestemming veel uit te geven aan levensmiddelen

Semagram (extra betekenisinformatie)


Frigoboxtoerisme…

is toerisme

      Algemene voorbeelden


      Dit jaar nodigen wij, alle leiding van de scouts en gidsen Tervuren, iedereen uit voor een dagje frigoboxtoerisme aan de Belgische Noordzeekust. De traditie wil dat we met de trein ons landje intrekken en 's avonds doodmoe terug huiswaarts trekken [...]. Wat moet je meebrengen om de dag door te komen: Voldoende drinken! Bokes met hesp en kaas (of iets anders). Zonnecrème met voldoende hoge factor.

      http://www.gidsentervuren.be/affiche/daguitstap2012.pdf,

      Frigoboxtoerisme in ruimte is niet voor morgen. Ruimtetoerist Mark Shuttleworth, die momenteel in het ruimtestation ISS rondzweeft, wil bij zijn terugkomst zijn hele familie een gewichtloze trip cadeau doen. Dat zo'n snoepreisje naar de sterren 22 miljoen euro per kop kost is voor de Zuid-Afrikaanse internetmiljardair natuurlijk geen bezwaar. Maar voor de doorsnee frigoboxtoerist blijft het voorlopig een verre en onbereikbare droom.

      Gazet van Antwerpen,

      Woordfamilie


      Overige woordfamilieleden


      Etymologie


      Aard herkomst inheems woord
      Vroegste datering 2002
      Bijzonderheden Gevormd bij het oudere woord frigoboxtoerist.