gebrouilleerd


gebrouilleerd 1.0

in onmin levend

Algemene voorbeelden


Een bonte stoet patriarchale bestuurders, onoplettende commissarissen, creatieve accountants en gebrouilleerde partners in zaken werd in de loop der jaren op de vingers getikt.

NRC,

Combinatiemogelijkheden


met voorzetselgroep


Voorzetsel: met

  • gebrouilleerd zijn met iemand

Een gewezen hartsvriendin van me, met wie ik al meer dan een kwarteeuw gebrouilleerd ben en die ik tot vandaag nooit meer heb gezien.

In liefdes naam, Gretha Seghers,

Woordfamilie


Als deel van een afleiding