gefoeter


gefoeter 1.0

(informeel)

het (aanhoudend) op een ongeduldige, mokkende, verongelijkte manier zijn ongenoegen uiten; gemopper; pregnanter ook: het heftig tekeer gaan tegen iets of iemand; het vloeken en tieren tegen iets of iemand; het uitvaren tegen iets of iemand; getier

Semagram (extra betekenisinformatie)


Gefoeter…

is een uiting

      Algemene voorbeelden


      John Bayley's Widower's House aan het lezen, zijn gefoeter op goedbedoelde maar ongewenste attenties van vrienden na de dood van zijn vrouw.

      Een jaar als (g)een ander, Kristien Hemmerechts,

      Wat de lul ook vergeten mocht zijn, zijn eigen naam in elk geval niet, want het gefoeter nam plots danig in volume toe.

      Wees maar niet bang, Christophe Vekeman,

      En even later moest ik ook nog gefoeter aanhoren van een legerarts die met de geringe hoeveelheid urine die in mijn bekerglas was achtergebleven niet uit de voeten kon.

      Het woeden der gehele wereld, Maarten 't Hart,

      Mijn vader had verwacht dat mijn moeders afkeer van het buitenleven op den duur wel zou afnemen en op wat gefoeter na leek dat ook zo.

      De gelukkige, Mensje van Keulen,

      Zijn gefoeter en gestamp leken machteloos genoeg. En dat hij het schilderij nog niet voltooid had, maakte meer dan duidelijk dat hij verzopen was in zijn eigen diepgraverij.

      Het overspelige gras, Louis Ferron,

      Pas de bons waarmee ze op de vloer neerkwam alarmeerde me. Het gefoeter waarnaar ik, op mijn rug gelegen, had liggen luisteren (meer naar de klank, het ritme, de ontwikkeling dan naar de gebruikte woorden) werd er plotseling door afgebroken.

      De tandeloze tijd. Dl. 1: Vallende ouders, A.F.Th. van der Heijden,

      Ten slotte kwam het zelfs zover dat ik begon te verlangen naar iets wat me doorgaans in een razend gefoeter deed uitbarsten: de een of andere oproep met name, het maalde niet waarover het ging, als mij maar wat afleiding werd geboden.

      Wees maar niet bang, Christophe Vekeman,

      Vrijdagavond. Dochter voor de televisie. Haar geliefdste plek, denk ik soms. Hermans gefoeter als ze de televisie inpalmde. Maar jij bent toch tegen de audiovisuele cultuur, zei ik dan. Jij wilt toch helemaal geen televisie kijken.

      Een jaar als (g)een ander, Kristien Hemmerechts,