houtje


houtje 1.0

stukje hout of stokje van hout

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een houtje…

is een voorwerp; is een zaak

  • [Afmeting] is een relatief klein stukje of stokje van hout
  • [Materiaal] is van hout

    Algemene voorbeelden


    Ik keek hoe Ernesto de houtjes in de haard aanstak.

    Verbroken zwijgen, J. Bernlef,

    Hij knielde voor de houtkist en selecteerde wat smalle houtjes tussen de grovere blokken.

    Verbroken zwijgen, J. Bernlef,

    Ze droeg haar haar in een knotje met een houtje erdoorheen gestoken.

    De necrologieschrijver: een obsessieve zoektocht, Porter Shreve,

    Terug in Boston komt hij op het idee om een machine te bouwen die houten tandenstokers produceert. Helaas vinden zijn houtjes weinig aftrek.

    Reformatorisch Dagblad,

    Vaste verbindingen


    Woordfamilie


    Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen


    Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen