hypotheekhouder


hypotheekhouder 1.0

(business, economie en financiën)

instelling, soms ook een persoon, die onroerend goed als onderpand heeft genomen in ruil voor het verstrekken van geld aan degene die dit onroerend goed wil kopen; instelling, soms ook een persoon, die een hypotheek op onroerend goed houdt; instelling voor hypothecaire leningen

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een hypotheekhouder…

is een instelling

  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is een instelling voor hypothecaire leningen
  • [Activiteit of handeling] heeft onroerend goed als onderpand genomen in ruil voor het verstrekken van geld aan degene die dit onroerend goed wil kopen; houdt een hypotheek op onroerend goed
  • [Gelijkenis] lijkt op een hypotheeknemer
  • [Onderscheid of tegenstelling] heeft in tegenstelling tot een hypotheeknemer inmiddels het recht van hypotheek op het betreffende onroerend goed officieel overgedragen gekregen

Algemene voorbeelden


De eigenaar van een onroerend goed die het recht van hypotheek verleent (de schuldenaar) heet hypotheekgever. Zijn financier, aan wie hij het recht van hypotheek verleent, heet hypotheeknemer. Zodra het recht van hypotheek aan hem is verleend, heet deze hypotheekhouder. Het onroerend goed waarop de hypotheek is verleend noemt men onderpand.

http://www.notarislelystad.nl/

De hypotheekhouder (de financier) heeft de wettelijke bevoegdheid om in de hypotheekakte te laten opnemen dat de eigenaar zonder zijn toestemming het onderpand niet mag verhuren of verpachten en dat hij bovendien de huur of pacht niet voor lange tijd vooruit mag laten betalen.

http://www.notarislelystad.nl/