kiften


kiften 1.0

(informeel)

ruziemaken; ruziën

Semagram (extra betekenisinformatie)


Kiften…

      Hoofdsemagram: ruzieën


      Algemene voorbeelden


      Mevrouw Verrijs ging in de keuken een broodje shoarma klaarmaken, terwijl haar man zich voor een dutje op de bank nestelde. Dat deed hij altijd na een ruzie - niets is zo slopend als kiften.

      NRC,

      Combinatiemogelijkheden


      tegenwoordig deelwoord als adjectief gebruikt


      • kiftende partijen

      Een kort geding wil nog wel eens helpen om twee kiftende partijen tot elkaar te brengen. Alleen een dreiging is vaak al voldoende. Legio zijn de voorbeelden dat een kort geding op het allerlaatste moment afgeblazen wordt, omdat de strijdende partijen elkaar alsnog gevonden hadden.

      Meppeler Courant,

      met voorzetselgroep


      Voorzetsel: met

      • kiften met iemand

      Het plattelandsbestaan krijgt in deze serie een mythische dimensie, en dat niet alleen door de aanwezigheid van de vermaarde Pietje de Leugenaar [...], maar ook door de occasioneel met kinderen pratende tuinkabouter, of door die ineens uit de nacht opduikende folkloristische figuren, die eruitzien als krijgers van de Mau Mau, maar even later heel prozaïsch aan de tapkast met de jonge Louis Bosmans staan te kiften.

      Dwarskijker, Rudy Vandendaele,

      • kiften over iets

      De Paashazenfanfare op Meubelplein Leiderdorp blijkt niet in staat de echtelijke onmin tussen Anja en Johan de Zeeuw te sussen. Even na elven - het woonwalhalla is nog maar net open - kiften de twee luidkeels over een crèmekleurige lederen tweezitter, type Spumante. Hij [...] zegt: "Deze is een stuk minder duf dan dat kakkerige golf-ruit-geblokte bankje van jou." Zij tettert: "Een poepkleur."

      NRC,

      met ander, nevengeschikt werkwoord


      • kibbelen en kiften
      • bekvechten, kiften en kibbelen

      Conny vindt dat ze soms wel een getrouwd stel lijken dat overal over bekvecht, kift en kibbelt.

      Westenwind, Simone Duwel,

      Met andere woorden: er wordt ruzie gemaakt in mijn boekenkast, er wordt gekibbeld en gekift.

      De toekomst is vrouwelijk, Hilde Van den Hooff,

      Woordfamilie


      Als deel van een afleiding