kooplustige


kooplustige 1.0

iemand met kooplust; iemand die kooplust heeft; iemand die graag koopt

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een kooplustige…

is een persoon

  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is kooplustig; koopt graag dingen

    Algemene voorbeelden


    De klanten van Albert Heijn in Meppel kregen de schrik te pakken, doordat het licht uitviel. Slechts twee kassa's werkten nog en uiteindelijk nog maar één, waarachter zich een lange rij klanten opstelde [...]. In de winkels in de binnenstad ging het licht gelijktijdig uit. Kooplustigen lieten zich niet weerhouden, maar afrekenen werd een probleem, omdat kassa's niet werkten.

    Meppeler Courant,

    Ik steek de ringweg over, ik loop over de Korenmarkt, over de IJzeren Leen. Er is veel volk op de been, kooplustigen op zoek naar eindejaarsgeschenken.

    http://www.wereldwijd.be/archief/assyr.htm,

    De fundamentalistische moslimpartij van Maleisië is maandag in de deelstaat Kelatan gestart met het scheiden van mannelijke en vrouwelijke kooplustigen, een stap die blijkbaar niet op veel verzet stuit.

    De Standaard,

    Kooplustigen die niet willen beknibbelen op de uitgaven zullen, om het huishoudbudget in evenwicht te houden, de inkomsten moeten verhogen.

    De Limburger,

    Zaterdagnamiddag, in het licht van de braderie-dagen in de Veldstraat, kondigde de Gentse poot van de Nederlandse winkelketen aan de koopjes al te starten op zondagnamiddag. Dat was veel kooplustigen duidelijk niet ontgaan en al vanaf 13 uur verdrong zich een pak volk aan de ingang van het warenhuis.

    De Standaard,