koppigaard


koppigaard 1.0

((vooral) in België)

iemand die erg koppig is; stugge volhouder; koppig persoon

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een koppigaard…

is een persoon

  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is erg koppig

    Algemene voorbeelden


    De president vraagt het parlement hem snel een nieuwe kandidaat-premier voor te stellen, in opvolging van de ontslagen Léon Kengo wa Dondo. Er circuleren tal van namen. De radicale opponent Etienne Tshisekedi blijft de favoriet - maar deze veteraan der koppigaards wil de eed niet afleggen in handen van de president.

    De Standaard,

    Limburgse koppigheid loont. Bij de wit-zwarten leek het duo Meyssen-Paas al zeer vlug de rode loper uit te leggen voor een makkelijke thuiszege. Hun bezoekende provinciegenoten dachten er echter anders over. In vijf minuten tijd straften de Limburgse koppigaards het koncentratieverlies van de ajuinen genadeloos af.

    De Standaard,

    Combinatiemogelijkheden


    met ander, nevengeschikt substantief


    • een koppigaard en een betweter
    • een koppigaard en ongehoorzame

    Maar hij stoorde zich daar niet aan en dreef zijn plannen door. Want Godfroid is een koppigaard en een betweter.

    De Standaard,

    Het duurde niet lang of Damiaan heette een lastpost te zijn, een koppigaard en ongehoorzame.

    http://www.damiaanactie.be/jongeren/dammiss2.html